Zomerliefde | Hoofdstuk 28

by Tamara

Kerst was vroeger altijd mijn favoriete feest. Ondanks dat we niet echt een grote familie hadden, was het altijd heel erg gezellig als mijn opa en oma en mijn tante en haar gezin langs kwamen. Ik had warme herinneringen aan de kerstochtenden waarop we met zijn allen cadeautjes uitpakten en kerstkransjes bij het ontbijt aten. De keren dat mijn vader zijn foute kersttrui traditie weer overtrof en hij weer een erger exemplaar had gevonden. De grappige cadeaus die mijn tante Katja me altijd gaf en het feit dat mijn ouders altijd nog verliefder op elkaar leken te zijn met kerst.

Tijdens deze kerstmis, was dat geluksgevoel ver te zoeken. Mijn tante sloeg door het overlijden van haar man een jaar over. Mijn oma was met een vriendin naar het buitenland en omdat ik nog steeds ruzie met mijn ouders had, was de sfeer grimmiger dan ooit. Mijn vader en ik repten geen woord tegen elkaar, iets wat heel gek was, aangezien we onze ruzies nooit langer dan een paar uur vol hadden gehouden. Mijn moeder deed haar best om de boel wat te sussen en sloofde zich extra uit in de keuken, maar dat hielp niet. Ik wilde overal zijn, behalve hier.

Ondertussen had ik nog steeds mijn telefoon niet teruggekregen en dat irriteerde me enorm. Onder toeziend oog van mijn vader had ik Maud even mogen bellen dat ik de hele kerstvakantie hier bleef en dat mijn vader mijn telefoon had, maar verder had ik hem niet aangeraakt. En zo zaten we op kerstavond in de woonkamer met een hele stapel cadeaus, waar we allemaal met tegenzin omheen zaten. Na een half uur elkaar aangestaard te hebben, pakte mijn moeder het eerste cadeautje en gaf hem aan mij.

‘Kijk Lexie, een pakje voor jou!’

Ik rolde met mijn ogen en pakte hem aan. Ik scheurde het papier eraf en zag dat mijn moeder de laarzen had gekocht die ik al tijden wilde hebben. Onder andere omstandigheden zou ik dolblij geweest zijn, maar nu kwam er alleen een zachte ‘dank je.’ uit. Mijn moeder deelde de rest van de cadeautjes uit en naast de laarzen kreeg ik een parfum, oorbellen en als laatste een heel klein doosje. Ik zag mijn ouders naar elkaar kijken terwijl ik het doosje uitpakte en er een zakje uithaalde. Ik hield het zakje op de kop en schudde er een autosleutel uit. Met grote ogen keek ik mijn ouders aan en mijn vader wenkte me en liep met me mee naar de voordeur. Op de oprit stonden drie auto’s. De auto van mijn moeder, de auto van mijn vader en een kleine Fiat 500 met een grote roze strik erom.

‘Een auto?’ stamelde ik.

Mijn mond viel open terwijl ik naar mijn ouders keek.

‘Een auto? Hebben jullie nou een auto voor me gekocht?’

Mijn ouders knikten en even vergat ik al mijn woede en ik vloog hun om de hals.

‘Dank je! Ohh wat een geweldig cadeau! Jeetje, dit had ik nooit verwacht!’ zei ik.

Samen liepen we naar de kleine witte auto toe en ik maakte hem open. Wat ontzettend lief van jullie! Waar heb ik dit aan te danken?’

Mijn moeder lachte en legde een hand op mijn arm.

‘We weten dat de afgelopen weken lastig waren, maar we houden ontzettend veel van je en we vonden dat je wel een echt mooi cadeau verdiend had.’

Ik knuffelde mijn moeder en na even aarzelen ook mijn vader, iets wat stiekem heel goed voelde na al die weken ruzie.

‘Je kunt morgen wel een stukje gaan rijden, het gaat zo regenen en ik wil niet dat je ziek wordt.’ zei mijn moeder.

Binnen dekte ze de tafel en ik keek vol ongeloof naar de sleutel in mijn hand. ‘Ik ben blij dat je er blij mee bent lieverd.’ zei mijn moeder.

‘Dat is toch een stuk makkelijker heen en weer rijden naar school nu je weer thuis komt wonen.’

Ik wilde knikken, tot ik me realiseerde wat ze gezegd had. Aan haar gezicht zag ik dat ze zich versproken had en zo te zien schrok mijn vader ook.

‘Je maakt een grapje toch? Ik ga na de vakantie toch gewoon weer naar mijn appartement?’

Mijn vader schudde zijn hoofd.

’Nee Lex, na alles wat er is gebeurd lijkt dat ons beter van niet. We hebben de huur al opgezegd.’

Mijn ogen gingen van mijn vader naar mijn moeder om te kijken of ze een grapje maakten en toen duidelijk werd dat dat niet het geval was, ontplofte ik. Ik rende door de gang naar buiten de stromende regen in. Nog voor ik bij mijn auto was, was ik al helemaal doorweekt, maar dat kon me niets schelen. Ik moest weg, weg van hun. Ik zag mijn ouders naar buiten rennen en ik startte snel de auto en reed weg.

Doordat het kerstavond was, was het heel erg rustig op de weg. Ik bibberde van de kou door mijn natte kleren en ik snapte niet hoe de verwarming werkte, dus ik had het ontzettend koud. Ik reed naar de stad omdat ik naar mijn appartement wilde, maar toen ik er bijna was, realiseerde ik me dat ik de sleutels niet bij me had. Die zaten namelijk nog in de tas die mijn mijn ouders aan de kapstok hing. Ik parkeerde de auto en barstte in huilen uit. Waarom gebeurde dit allemaal? Waarom deden ze nou zo tegen me? Ze konden toch niet verwachten dat ik ineens weer thuis zou komen wonen? Zoiets zou toch mijn eigen keuze moeten zijn?

Ik stond ongeveer een half uur op die plek, totdat ik me realiseerde dat ik daar niet kon blijven staan. Ik wist maar één plek waar ik naartoe zou kunnen en dat was naar hem. Als hij nou maar thuis zou zijn.

Meteen verder lezen? Je koopt de hele reeks hier. 

Misschien vind je dit ook leuk

Ik zou het leuk vinden als je een reactie achterlaat!

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.