Zomerliefde | hoofdstuk 10

by Tamara

‘Wat ben jij ineens vrolijk.’ zei Maud toen ik die avond thuis kwam.

Hoe ging je gesprek met Ralph?’

Ik voelde dat ik bloosde bij het horen van zijn naam en hoopte maar dat Maud het niet zou zien.

‘Goed, ik kwam er met een waarschuwing vanaf gelukkig.’

Ze keek me verbaasd aan.

‘Maar waarom ben je dan zo ontzettend vrolijk?’

Ik haalde mijn schouders op.

‘Ik ben gewoon blij dat ik weer even naar huis toe kan. Ik mis mijn ouders gewoon denk ik.’

Ze rolde met haar ogen en ging door met het inpakken van haar tas. Ze ging zelf met haar zus een weekje naar het buitenland waar haar ouders op vakantie waren en ik mocht haar auto lenen om naar mijn ouders te rijden. Misschien had ik haar de echte reden dat ik zo vrolijk was niet verteld, maar ik was wel heel erg blij om weer naar huis te gaan. Ik miste mijn ouders ontzettend. We hadden elkaar wel een paar keer gezien in de laatste maanden, maar omdat ze het allebei heel erg druk hadden gehad, was dat steeds niet meer dan een paar uurtjes per keer.

Toen ik mijn tas had ingepakt, nam ik afscheid van Maud en toen ik haar beloofd had dat ik haar auto niet in de prak zou rijden, gooide ik mijn spullen erin en stapte ik in de auto. Hoewel ik wel een rijbewijs had, had ik nooit een eigen auto gehad. Thuis had ik altijd in de auto van mijn moeder rondgereden en nu ik in de stad woonde had ik er nooit eentje nodig gehad, dus het was wel even wennen om weer achter het stuur te zitten. Maar zodra ik de stad uit was en de snelweg op reed, had ik het eigenlijk alweer onder de knie. Het huis van mijn ouders was net iets buiten de stad en ik moest ongeveer twintig minuten rijden om er te komen. Mijn ouders kenden elkaar uit het ziekenhuis en ik was in een huis in de stad geboren. Maar toen ik vier was, verhuisden we naar een dorp niet ver van de stad, dat aan het strand lag. In de zomer was het dorp heel toeristisch en kwamen er heel veel mensen om de hele dag over de boulevard te lopen of op het strand te liggen, maar in de rest van het jaar was het er uitgestorven, op de mensen die er woonden na.

In onze jeugd waren ik en Maud twee van de weinige kinderen in het dorp geweest en sinds onze moeders elkaar op mijn eerste schooldag ontmoet hadden, waren ze beste vriendinnen geworden. Hoewel het dorp rustig was en we ons regelmatig verveelden, keek ik terug op een hele fijne jeugd. Mijn ouders waren altijd stapelgek op elkaar geweest en hoewel ik wist dat ze meer kinderen hadden willen hebben, had ik nooit het idee gehad dat ze niet genoeg aan mij hadden. Ik parkeerde op de oprit van het huis waar ik opgroeide en zag meteen mijn moeder naar buiten komen.

‘Lieverd! Je bent er al! Wat fijn om je te zien!’

Ze sloeg haar armen om me heen en knuffelde me heel hard, zoals moeders dat doen. Terwijl ze over van alles en nog wat vertelde, pakte ze mijn koffer uit de kofferbak en droeg hem naar binnen. Ze zette meteen mijn koffer in de hal en stuurde me naar de keuken.

‘Ben je moe lieverd? Wil je wat eten?’ vroeg ze.

Ik knikte en zag hoe ze meteen met een stuk taart aan kwam.

‘Hier veranderd ook niets he?’ lachte ik terwijl ik in de taart prikte.

Ik herinnerde me nog van vroeger dat mijn moeder me elke keer als ik uit school kwam opwachtte met een enorme kop thee en iets lekkers, net zoals mijn oma bij haar had gedaan.

‘Waar is pap?’ vroeg ik terwijl ik wat suiker in mijn thee gooide.

‘Hij is bij je tante Katja. Ik denk dat hij straks wel thuis komt. Hij moest haar even met wat dingen in huis helpen.’

Katja was mijn lievelingstante en niet alleen omdat ze de enige tante was waarmee mijn ouders nog contact hadden. Mijn vader had namelijk nog meer broers en zussen, maar sinds de dood van zijn moeder had hij met niemand meer contact. Ik weet niet precies hoe het allemaal gelopen was, want mijn vader wilde er nooit over praten. Maar dat ik de achternaam van mijn moeder had gekregen, was reden genoeg om voor mij te denken dat er iets ergs gebeurd was. Onlangs was de man van mijn tante Katja overleden en daarom was mijn vader en in de afgelopen tijd veel geweest om te helpen.

‘Wat ik je nog wilde vragen.’ zei mijn moeder.

‘Heb je toevallig nog iets van een mooie of nette jurk in die overvolle kast van je? We hebben vanavond een personeelsfeest van het ziekenhuis en we wilden je eigenlijk meenemen. We denken dat het een mooie kans voor je is om alvast wat mensen te leren kennen.’

Ik dacht na, maar kon eigenlijk niets bedenken wat geschrikt zou zijn voor een dergelijk feest.

‘Anders kijken we wel even in mijn kast, we hebben ongeveer dezelfde maat toch?’

Mijn moeder deed alsof ze het vroeg, maar ik wist dondersgoed dat ze wist dat we dezelfde maat hadden. Ik pikte namelijk al jaren dingen uit haar kast om ze vervolgens nooit meer terug te geven. Even later stonden we voor haar kast en ze haalde de ene na de andere bloedmooie jurk eruit.

‘Het is wel een beetje een chique feest, er komen een aantal donateurs van het ziekenhuis en je vader moet een toespraak houden, dus we moeten even kijken wat jij aan moet doen.’

Uiteindelijk haalde ze een prachtige donkerblauwe jurk uit haar kast waarvan ik wist dat hij me heel mooi zou staan. Het was een hooggesloten mouwloos model, die overal in de stof hele kleine glitters had zitten. Daarnaast toverde ze een paar bijpassende donkerblauwe pumps en een witte zijden omslagdoek uit haar kast en nadat ik beloofd had er heeeeeel zuinig op te zijn, mocht ik ook de bijpassende designertas lenen. Toen ik me aangekleed en opgemaakt had, hoorde ik mijn vader binnenkomen.

‘Flo? Heb jij mijn blauwe stropdas gezien?’ vroeg hij terwijl hij binnenkwam.

Ik draaide me om en zag meteen de verbazing op zijn gezicht.

‘Lexie! Je bent er al! Jeetje je gaat ook elke dag meer op je moeder lijken he?’ Ik lachte en hij knuffelde me.

‘Heb je je moeder gezien? Ik zoek mijn stropdas.’ Ik lachte en deed mijn vaders kastdeur open waarin een hanger met alle stropdassen hing.

‘Ah daar zijn ze.’ zei hij en hij pakte er eentje tussenuit. Ik ging op bed zitten terwijl ik keek hoe mijn vader zijn das strikte en ondertussen kletste. Het bracht me weer een beetje terug naar vroeger, toen ik elke ochtend op het bed van mijn ouders klom en naar hem keek terwijl hij zich klaarmaakte voor de dag en vertelde over de dingen die hij die dag ging doen.

Toen ook mijn moeder klaar was, stapten we in de auto en reden we naar het ziekenhuis, waar de kantine omgetoverd was tot luxe ruimte met allerlei tafels waar zo te zien alleen maar rijke mensen aan zaten. Ik kende niemand van de gasten, maar iedereen leek mijn ouders te kennen en ik werd aan iedereen voorgesteld. Mijn vader hield een hele mooie toespraak over de toekomst van het ziekenhuis en alle goede doelen waar op deze avond sponsors voor gezocht werden. Hij vertelde ook over mijn opa, die jaren in dit ziekenhuis gewerkt had en die erg gemist werd. De toespraak raakte veel mensen en toen hij afgelopen was, kwamen veel mensen naar ons toe om te vertellen hoe goed ze hem vonden. Ik stond er een beetje bij te kijken, tot ik een naam hoorde die me erg bekend voor kwam.

Een ouder echtpaar stelde zich voor met de naam Vreugdenhil en toen ik opkeek zag ik iets waar ik al bang voor was, ze hadden Ralph bij zich en stelden hem voor als hun zoon.

 

Meteen verder lezen? Je koopt het boek hier!

Misschien vind je dit ook leuk

2 comments

Debbie 21 september 2019 - 08:06

Aaah Ik heb gewoon die kriebels in mijn buik die lexie moet hebben gehad op dat moment.. of Nou Ja kriebels?? Een hart dat op hol slaat ofzo.. haha

Reply
Tamara 21 september 2019 - 08:18

hahhahhahah leuk om te horen!:D

Reply

Ik zou het leuk vinden als je een reactie achterlaat!

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.