Zomer vol geheimen | Hoofdstuk 11.

by Tamara

Ralph.

Na ongeveer twee dagen varen kwamen we aan in de haven van Port Elizabeth. Het voelde heel goed om na al die maanden weer actief te varen, al waren we wel heel erg blij dat we niet meteen de oversteek naar Madagascar hadden gemaakt omdat we beide eerst nog wel even moesten wennen aan het zeilen op zee. We legden in Port Elizabeth aan in de haven en besloten eerst ergens wat te gaan eten en daarna de voorraden te gaan kopen die we nog vergeten waren.

Net toen we van boord afgingen, hoorde Arnoud onze satelliettelefoon overgaan en stapte de boot weer in. Het gesprek duurde behoorlijk lang en ondertussen zat ik op de kade naar de boten te kijken. In de haven lag een enorm cruiseschip voorraden in te laden en dat was wel leuk om even naar te kijken, terwijl Arnoud aan de telefoon was.

Ineens hoorde ik achter me voetstappen en ik zag Arnoud achter me de kade opstappen. Toen ik naar zijn gezicht keek zag ik dat hij gehuild had.

‘Jeetje man, wat is er aan de hand?’ vroeg ik terwijl ik op sprong.

‘Mijn moeder… De kanker is terug en ze kunnen niets meer doen.. Ze geven haar nog een paar dagen, maar ze kan nu al helemaal niets meer. Ze ligt in bed en vraagt alleen maar naar mij. Ik moet naar huis Ralph.. Het spijt me..’

Ik sloeg mijn armen om hem heen en hield hem vast terwijl hij brak. Hij had me een tijdje geleden al verteld dat zijn moeder zich niet goed voelde en zich zorgen maakte, maar tot nu toe was ze bij elk onderzoek schoon verklaard en bleef het allemaal gewoon goed gaan. Snikkend vertelde hij dat het ineens keihard teruggekomen was en dat overal uitzaaiingen waren gevonden. Zijn zus had gevraagd of hij alsjeblieft naar huis kon komen om afscheid te nemen.

Daarna ging het ineens heel erg snel. Een paar uur later had hij een vliegticket geboekt en was hij zijn spullen al aan het pakken om naar huis te gaan. Ik twijfelde of ik de reis wel in mijn eentje door wilde zetten of dat ik de boot terug naar Nederland zou laten brengen, maar ik wilde nog niet naar huis. Ik had immers ook niets om naar terug te keren. De taxi kwam Arnoud halen en voor het eerst in vijf jaar bleef ik helemaal alleen achter. Nu ik alleen overbleef had ik niet zoveel voorraden nodig en besloot ik niets meer bij te kopen. Diezelfde avond voer ik de haven weer uit, onderweg naar Durban. De tocht naar Durban ging wat minder snel dan die naar Port Elizabeth. Het was erg slecht weer en even twijfelde ik of het wel zo’n goed idee was om alleen verder te gaan. Door de harde storm brak er een katrol deels af. Er raakte een zeil los en doordat ik het niet snel genoeg zag, rukte het wapperende zeil de katrol helemaal los en sloeg hem tegen een ander zeil aan. Pas toen het weer ochtend was zag ik hoe erg de schade was. Er zat een flinke scheur in het zeil en ik had behoorlijk veel schade op de plekken waar het metaal de boot geraakt had. Gelukkig was het grote zeil niet kapot en aangezien de zee weer rustig was, kon ik rustig verder varen naar Durban. Het was mijn bedoeling geweest om in Durban even aan te leggen en na een dag weer verder te varen, maar aangezien ik nu eerst mijn boot moest gaan repareren, ging het nog wel even duren voordat ik op weg zou zijn naar Madagascar.

Uiteindelijk voer ik de haven binnen en nadat ik aangelegd had, besloot ik eerst Arnoud te bellen hoe het met zijn moeder ging. Hij vertelde dat hij net op tijd was geweest en dat hij nog afscheid had kunnen nemen. Hij had besloten nog even te blijven omdat hij wat dingen moest regelen zoals de verkoop van zijn moeders huis en nog wat andere dingen.

Dus als hij weer zou komen, zou dat pas over een paar weken of maanden zijn. Ik vroeg of hij me op de hoogte wilde houden en toen hij ophing, klom ik uit de boot om de schade op te nemen.

Ik wist dat Arnoud nog wat reserve spullen op de boot had liggen, dus als ik geluk had, hoefde ik niets bij te kopen. Het kostte me een paar dagen om de boot te repareren en om eerlijk te zijn vond ik het niet zo heel erg om hier gestrand te zijn. Ik had tussen Arnoud zijn boeken een reisgids over Durban gevonden en toen de boot helemaal klaar was, besloot ik de stad eens te gaan verkennen.

Ik liep met mijn neus verzonken in de gids over Florida Road toen ik een restaurant tegenkwam dat Butcher Men heette. Volgens de gids was het een heel leuk restaurant en aangezien ik al sinds Kaapstad geen fatsoenlijke maaltijd meer had gehad, besloot ik naar binnen te gaan. De buitenkant zag er heel modern uit, maar van binnen was het ontzettend gezellig en niet geheel onbelangrijk.. Het rook er heerlijk.

Ik ging aan een tafel zitten en legde mijn reisgids op tafel, waarna ik de menukaart bestudeerde. Ik merkte niet echt dat er iemand naast me kwam staan, tot ik een bekende stem hoorde.

‘Zo, je ziet niet vaak Nederlanders hier!’ zei ze. Ik keek op en zag de verbazing in haar ogen.

‘Ralph? Wat doe jij hier nou?’ zei ze.

Ik stond op om te kijken of ik het wel goed zag.

‘Maud? Dat kan ik ook aan jou vragen. Waarom ben je hier? Werk je niet meer in de Zeester?’

Ze lachte en schudde haar hoofd.

‘Nee, ik ben op wereldreis, alleen mijn geld is een beetje op en ik werk hier nu tijdelijk om even te sparen.’

Haar baas riep iets naar haar, waarna ze lachte en haar notitieboekje pakte.

‘Hij zegt dat ik niet mag flirten met klanten, dus als je al een keuze hebt kunnen maken, neem ik je bestelling op.’

‘Ehh, nou geen idee.. ik zit echt net. Wat raad je aan?’

Ze lachte en boog zich over me heen om iets op de menukaart aan te wijzen. ‘Dat is onze specialiteit. Dus ik hoop dat je honger hebt!’

Toen ik even later aan een enorm bord vol met eten zat, kwam een ander meisje me een briefje brengen.

Ik wil heel graag even bijpraten! Om acht uur ben ik vrij, wacht je dan op me? Groetjes Maud.

stond er in een ontzettend netjes handschrift. Ik was wel benieuwd naar hoe ze hier verzeild was geraakt en sowieso was het wel fijn om met een bekende te kunnen praten, dus ik besloot te wachten. Gelukkig was het geen opgave, want het duurde een behoorlijke tijd voor ik alles op had en net toen ik naar buiten liep om even een frisse neus te halen, stond ze achter me.

‘Waar heb jij de laatste jaren uitgespookt?’

Ik haalde een hand door mijn haar en lachte. Dit ging een lange avond worden.

Misschien vind je dit ook leuk

Ik zou het leuk vinden als je een reactie achterlaat!

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.