Zilvermeer | Hoofdstuk 4

by Tamara

Met een enorme schok kwam ik overeind en zag dat Jack het ook gehoord had. We keken elkaar aan en waren beide doodstil, toen ik Chase nog een keer Amara’s naam hoorde roepen. Meteen krabbelde ik overeind en liep de tent uit, waar ik hem nogal verloren langs de oever van het doodstille meer zag lopen.

‘Chase! Wat is er aan de hand? Maar is Mar?’

Hij kwam meteen naar me toe en zuchtte. Aan zijn gezicht was duidelijk te zien dat hij gehuild had.

‘Ik weet het niet Mia, ik ben al een uur aan het zoeken. Amara en Margot zijn weg.’

‘Wat?’ zei ik banger dan de bedoeling was.

‘Ja, we hadden.. Nouja.. seks gehad en daarna zei Amara dat ze even moest plassen. Ik ben in slaap gevallen en toen ik wakker werd, was ze nog steeds niet terug. Het was toen ook al zeven uur. Tijdens het zoeken kwam ik Esmee tegen, die zei dat Margot vannacht wat ging drinken en sindsdien niet meer teruggekomen is. Oh ik voel me zo stom Mia, hoe kan ik nou in slaap gevallen zijn?’

‘Is alles oké?’ hoorde ik Jack achter me vragen.

‘Nee, Amara en Margot zijn weg…’ zei ik zachtjes.

‘Margot is misschien naar het dorp om daar wat dingen te ontdekken? Tijdens het hout zoeken gisteren leek het alsof ze op zoek was naar iets, misschien is van haar familie? Het kan zijn dat Amara met haar mee is gegaan.’

‘Zo vroeg in de ochtend?’ zuchtte ik terwijl ik op mijn telefoon keek en zag dat het nog niet eens negen uur was.

‘Je weet hoe Margot is, ze is af en toe een beetje raar… Als we nou groepjes maken? Dan gaan wij hier en bij de ingang van de mijn zoeken en Chase en Es gaan naar het dorp.’

‘Waarom zouden ze bij de mijn gaan kijken?’ vroeg ik verbaasd.

‘Geen idee, maar je weet dat Amara net een ekster is, die is dol op glimmende dingen en bij het verhaal over de hoeveelheid zilver werd ze gisteren wel heel enthousiast.’

Ik zuchtte en liep terug naar mijn tent om een schone trui aan te doen en me een beetje op te frissen. Ik deed mijn lange haren in een staart en liep weer naar buiten, waar de rest al stond te wachten. Jack duwde net een groot mes in zijn broekriem en hoewel ik dat normaal een beetje overdreven had gevonden, vond ik het nu wel een fijn idee dat we ons zouden kunnen verdedigen.

‘Goed, dus jullie kijken hier en bij de mijn en Es en ik gaan naar het dorp oké?’

Ik knikte en gaf Esmee een knuffel. Ze was duidelijk van slag en zag eruit alsof ze dat wel kon gebruiken.

Daarna liep ik samen met Jack naar het meer, dan ondanks het druilerige weer, een soort zilveren gloed had.

‘Raar.’ mompelde Jack ineens.

‘Wat?’

‘Je haren hebben dezelfde kleur als dit water. Kijk!’

Hij hield zijn hand in het water en ik zag dat het water een zilverachtige glans had, dezelfde glans als mijn haar.

‘Heb je nog aan je moeder gevraagd over je weet wel?’ vroeg hij zachtjes.

Ik schudde mijn hoofd en zuchtte.

‘Nee, de artsen houden het op een extreem zeldzame genetische mutatie. Het is net zoiets als albinisme, maar dan net iets anders, want het zorgt er alleen voor dat mijn haar en ogen amper pigment aanmaken en het pigment dat aangemaakt wordt is grijzig/violet. Bovendien kan mijn moeder zich niet eens meer herinneren wie ik ben, laat staan dat ze zich die onderzoeken herinnert…’

Hij knikte en snapte dat ik er niet over wilde praten, toen we nog een relatie hadden was het één van de punten geweest waar we vaak discussies over hadden. Beide wilden we graag ooit kinderen, maar ik wilde het alleen als we konden uitsluiten dat ze mijn ‘slechte’ genen hadden. Jack vond dat onzin, omdat hij juist vond dat mijn haar en ogen me zo uniek en mooi maakten. Maar dat ging er bij mij niet in, ik wilde mijn eventuele kinderen heel graag dat leed besparen.

In het water was niets vreemds te zien, dus besloten we richting de mijn te lopen. Hoewel we hadden verwacht dat de mijn nu wel afgesloten zou zijn, was dat niet zo. Er stond een bordje met heel vaag de namen van de omgekomen mijnwerkers en helemaal onderaan de naam Isela, maar dat kon ook gedaan zijn door iemand die graag wilde dat mensen in dit soort verhalen geloofde.

We liepen de mijn in en ik zette mijn zaklamp aan. Meteen vielen onze monden open van verbazing. De mijn was zo donker dat je geen hand voor ogen zag, maar nu ik mijn lamp aanzette, leek het net alsof het licht weerkaatst werd door talloze hele kleine stukjes zilver die aan alle kanten van de mijn glinsterden. Als je maar even negeerde wat voor en verschrikkelijke dingen hier waren gebeurd, was het oprecht een hele mooie en betoverende plek.

Toch had ik een raar gevoel, dat als een steen op mijn maag drukte. Het was het overduidelijke gevoel dat hier iets goed mis was, dat er wat vreselijks was gebeurd op de plek waar we ons bevonden.

We liepen wat verder de mijn in en moesten over een rotsblok heen klimmen, waarbij Jack me hielp. Toen ik opstond verloor ik heel even mijn evenwicht, waarbij ik mijn hand tegen de ijskoude muur aanlegde.

Ik weet niet hoe het kwam, maar ineens zag ik het meisje voor me opdoemen. Snel keek ik naast me of Jack haar ook zag, maar hij was nergens te bekennen. Angstig keek ik om me heen waar hij gebleven was, toen ik ineens een harde stem hoorde.

‘Isela!’ Zei een zware boos klinkende vrouwenstem.

‘Het heeft geen zin om te vluchten, ik ken deze mijnen op mijn duimpje en ik zal je altijd vinden.’

Ik hoorde haar ademhaling versnellen en hoorde haar zachte gesnik, terwijl ze op blote voeten door de mijnschacht rende.

‘Isela.. Ik hoor je ademhaling. Je hoeft je niet te verstoppen, want waar je ook bent, ik zal je vinden.’ Zei de enge stem weer.

Weer zag ik het meisje voor me opdoemen, ik liep zelf niet, maar het was alsof iets me bij haar in de buurt hield. Alsof ik in gedachten bij haar was en haar angst voelde. Ik voelde me op de één of andere manier heel erg  verbonden met haar  en nu ik haar iets duidelijker voor me zag, snapte ik waarom. Ze had hetzelfde zilveren haar als dat ik had en hoewel ik haar gezicht niet duidelijk kon zien, zag ik dat ze net als ik hele lichte ogen had. Ze droeg een witte jurk, waarvan de onderkant vies en gescheurd was. Het was duidelijk dat ze haar voeten aan iets bezeerd had, want ze liet bloederige voetafdrukken achter, waardoor de vrouw haar makkelijk kon volgen.

Huilend rende ze door de diepe mijnschachten, terwijl de vrouw kalm, met grote passen achter haar aan liep. Bij het zien van een bloederige voetafdruk stopte ze even. Vol walging keek ik toe hoe ze bukte, haar vinger door het bloed haalde en hem in haar mond stopte.

‘Wat smaak je zoet meisje. Ik snap wel waarom mijn man er met jou vandoor ging.’

Isela snikte en hinkte verder, tot ze in een soort van open ruimte terecht kwam. Ze draaide zich om en daar in het donker, terwijl ze verlicht werd door een kleine spleet in het plafond van de grot, waar het maanlicht doorheen scheen, had ze bijna ze iets engelachtigs. Haar haren en ogen waren bijna lichtgevend en ik zag aan haar angstige blik dat ze bang was voor wat er komen ging.

Met langzame passen kwam de vrouw dichterbij, terwijl ze een grijns op haar gezicht had.

‘Daar ben je dan, geef je je eindelijk gewonnen?’

‘Alsjeblieft.. Het spijt me verschrikkelijk.’ Zei Isela.

Ik hapte naar adem en keek naar het meisje, dat met haar grote doodsbange ogen naar de vrouw keek, die met een enorm slagersmes op haar af kwam lopen.

De stem, waarmee ze de vrouw smeekte haar niets aan te doen, was zonder twijfel het meest betoverende geluid dat ik ooit had gehoord. Het was alsof ze de woorden zong in plaats van zei en met open mond stond ik naar haar te luisteren. Maar tegelijkertijd was er iets heel raars mee aan de hand, het was alsof ik de stem herkende, maar ik wist niet waarvan.

‘Jij zult hiervoor boeten Isela.’ Zei de vrouw met een kalme, maar boze stem.

‘Nee! Alstublieft! Ik heb niets gedaan.. Uw man..’

‘Mijn man heeft niet meer naar me gekeken sinds jij hier bent.. Sinds die ene dag dat jij hier kwam en die spiegel liet vallen, is hij verliefd op je. Jou doden is de enige manier waarop ik hem terug kan krijgen…’

Het meisje zakte op haar knieën en smeekte de vrouw haar niets aan te doen. Ze legde haar handen tegen elkaar aan, met haar vingers in elkaar geweven en heel zachtjes, met een bibberende stem, begon ze te bidden.

De vrouw lachte en pakte haar bij haar haren beet. Ze trok haar hoofd naar achteren en hief het mes omhoog.

‘Niemand zal je hier horen kindje. Niemand zal je horen en niemand zal je vinden. Als klaar met je ben, zal zelfs je vader je niet meer herkennen.

Nog voor het meisje antwoord kon geven, liet ze het mes in één zwaai zakken en stak ze zonder ook maar een moment te twijfelen haar mes in de buik van het meisje.

Op de plek waar het mes haar gestoken had, vormde zich een grote rode plek en het meisje schudde haar hoofd.

‘Waarom?’ fluisterde ze zachtjes terwijl ze naar adem hapte.

‘Omdat ik je nodig heb..’ grinnikte de vrouw.

Ineens voelde ik een hand op mijn schouder die me weer terug naar de werkelijkheid bracht. Ik keek op en zag Jack met een bleek gezicht naar me kijken.

‘Jack? Wat is er?’ Mompelde ik zachtjes.

‘Mimi.. Je shirt.. J-je.. Bent aan het bloeden..’

‘Wat?? I-ik..’

Ik voelde een pijnscheut in mijn buik en toen ik naar beneden keek, zag ik een rode vlek in mijn trui.

Ik slikte zachtjes en keek Jack aan. Maar veel tijd om er over na te denken hadden we niet, want een stukje verderop, diep in de mijnschacht, hoorden we Margot keihard mijn naam schreeuwen.

 

Meteen verder lezen? Je koopt het boek hier voor 4 euro!

Misschien vind je dit ook leuk

Ik zou het leuk vinden als je een reactie achterlaat!

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.