Een nieuwe kans | hoofdstuk 9

by Tamara

Met een ingepakte koffer vol met warme kleren stond ik de volgende ochtend heel erg vroeg te wachten tot Darius me zou komen ophalen. Hoewel ik niet zo goed wist wat ik ervan moest verwachten, had ik wel ontzettend veel zin in onze roadtrip zoals Darius het had genoemd. Dat het een roadtrip zou worden was ook meteen alles wat hij verteld had, want ik had zelfs geen idee hoelang we weg zouden blijven. Bij het inpakken had ik dus maar een aantal warme truien, een stapel ondergoed en zelfs een bikini ingepakt voor als we misschien ergens zouden gaan zwemmen.

Toen ik hem had gevraagd hoe laat hij me zou komen ophalen, vertelde hij dat hij er rond zes uur in de ochtend zou zijn. Eerst dacht ik dat hij een grapje maakte, maar aan zijn blik te zien was hij bloedserieus en daarom stond ik hier nu al tien minuten in de kou te wachten, terwijl het zachtjes sneeuwde.

Net toen ik weer naar binnen wilde gaan, zag ik twee kopkampen om de hoek komen en net toen ik mijn ogen wilde bedekken tegen het felle licht, stopte hij voor me en stapte uit de auto.

‘Sorry dat ik zo laat ben! Ik had me verslapen!’

Hij pakte snel mijn spullen aan en hield de deur voor me open, zodat ik in de auto kon klimmen. Iets wat nog steeds een enorme opgave was gezien de hoogte van de auto. Toch lukte het me eindelijk en grinnikend deed hij mijn deur dicht.

‘Wat is er zo grappig?’

‘Niks hoor.’ mompelde hij snel en startte de auto.

‘Zit je me nou uit te lachen?’

‘Ja, oké.. Sorry! Ik ben het gewoon niet gewend dat een vrouw uit Nederland zo klein is . De vriendinnetjes die ik tijdens mijn studie had waren allemaal zo lang.’

‘Zeg! Ik kan ook nog uitstappen hoor! Grapjas!’

Ik deed alsof ik heel erg boos op hem was, maar stiekem kon ik de grapjes over mijn lengte prima hebben. Ik stak er zelf namelijk ook vaak genoeg de draak mee.

‘Neee! Nee, sorry! Ik zal geen grapjes meer over je maken oké?’

Ik stak mijn duim op en onderdrukte een gaap.

‘Waarom was je zo laat dan? Moest je je haar nog doen?’

Ik zag dat hij eens een keer niet zijn haren in zijn kenmerkende knot had en was meteen jaloers op zijn krullende haren, in allerlei verschillende tinten blond.

‘Oh, jij gaat Manbun grapjes maken? Ik ken nog wel een paar dwergen moppen?’

Ik grinnikte en haalde een elastiekje uit mijn zak.

‘Ik heb er nog wel eentje voor je?’

Lachend stroopte hij zijn mouw omhoog en liet zien dat daar ook een elastiek omheen zat.

‘Niet nodig, ik heb altijd een paar reserve. Maar ik heb het vanmorgen gewassen en ik wilde het even laten drogen voor ik het vast zou doen.’

‘Dit is serieus de eerst keer in mijn leven dat ik het met een man over haarelastiekjes heb.’

Hij haalde zijn schouders op en lachte.

‘Tja.. Maar ik ben ook niet zoals die mannen die jij thuis achter gelaten hebt.’

Ik keek hem aan en knikte. Wat hij zei was waar, hij was alles wat Noah en Logan niet waren. Darius was onbezorgd, een beetje chaotisch en had een doel in het leven waar hij zelf niet beter van zou worden, maar de wereld wel. Hij gaf niet om geld of om aanzien en anders dan bij Noah en Logan was er niemand die hem kende en hem lastig zou vallen. Hij was lief, grappig en wist me ontzettend aan het lachen te maken, iets dat ik heel erg hard nodig had na de afgelopen maanden.

Vanuit mijn ooghoek gluurde ik stiekem naar hem terwijl hij mee aan het zingen was met de muziek en op zijn stuur aan het trommelen was. Meteen viel het hem op dat ik aan het staren was en direct begon hij ontzettend vals en hard te zingen. Ik proestte het uit van het lachen en toen hij een Nederlandse cd opzette met allerlei foute carnavalsmuziek, gooide ik mijn schaamte overboord en zong keihard met hem mee. Omdat de zon heel erg vroeg onderging en heel erg laat weer opkwam, had ik helemaal niet het idee dat het nog maar half zeven in de ochtend was. Dat was nog één van de dingen waar ik ontzettend aan moest wennen toen ik hier aan kwam. Het was toen midden januari en dat betekende dat het maar vierenhalf uur per dag echt licht was buiten. Inmiddels was het februari  en was dat opgelopen naar zeven uur, maar alsnog was het niet echt veel.

Het voelde dan ook een beetje gek dat we op een tijdstip dat voor mij nog als heel vroeg in de ochtend voelde, ergens stopten om te ontbijten.

Darius had een grote tas met eten meegenomen en had ontbijt voor ons tweetjes gemaakt, dat we samen opaten.

‘Waar gaan we vandaag naartoe?’ Vroeg ik hem.

‘We zijn nu eerst onderweg naar de Geysir. Dat is een enorme geiser die water heel ver de lucht in spuit. Het is één van de grootste bezienswaardigheden in IJsland.’

‘Ohh! Ik ben heel erg benieuwd! En wat gaan we daarna doen?’

‘En je noemde mij nieuwsgierig.. Wil je niet wachten op de verrassing?’

Ik schudde mijn hoofd en hij lachte.

‘Oké, nou als we uitgekeken zijn bij Geysir, rijden we door naar Reykjavik, daar slapen we in een hotel en morgen heb ik dan wat dingen gepland staan, maar dat hangt een beetje van het weer af. Goed?’

Ik knikte en nam een slokje van de hete koffie die hij in een thermosfles mee had genomen.

Al snel was het weer tijd om verder te gaan en tijdens de rest van onze bijna vijf uur durende rit, waarbij hij met een enorme omweg door heel IJsland heen reed, lukte het me zelfs nog om heel even mijn ogen dicht te doen.

Aan het einde van de ochtend kwamen we aan in Haukadalur, een groot geothermaal gebied dat bekend staat om de twee grote geisers Geysir en Strokkur. Darius had me onderweg al gewaarschuwd dat het misschien druk zou kunnen zijn, maar daar aangekomen viel het heel erg mee. Er waren misschien nog tien andere mensen, waaronder ook een paar Nederlanders. We liepen eerst naar de bekendste van de twee, Geysir.

‘Is dit het nu?’ vroeg ik een beetje teleurgesteld.

‘Ja, hij doet het niet echt meer. Mensen hebben er jarenlang zeep in gegooid zodat hij ging spuiten, dus hij doet niets meer. Maar iets verderop is Strokkur, die spuit als het goed is wel.’

We liepen naar de andere bron en al vanaf een afstandje zagen we het water wel dertig meter de lucht in spuiten. Hoewel ik net niet echt onder de indruk was geweest, was ik dat nu absoluut wel en Darius zo te zien ook.

Nadat we hem een aantal karen hadden zien spuiten liepen we terug naar de auto, waar we de route naar Reykjavik uitstippelden. Hij vertelde over een paar dingen die hij me wilde laten zien, maar omdat het al snel weer donker zou worden, moesten we wel opschieten. Het was iets meer dan een uur rijden en toen we in Reykjavik aankwamen, was het eerste dat me opviel dat de gebouwen allemaal zulke vrolijke kleuren hadden. We stapten uit bij een hotel dat een  felblauwe voorgevel had en witte kozijnen. Het was een hotel dat Darius uitgezocht had en ik vond het meteen leuk.

Hij zette de auto weg en nam onze tassen mee naar binnen, waar hij bij de receptie onze namen zei.

Ineens kwam het in me op dat we vast op één kamer zouden slapen en dat ik niet zo goed wist of ik dat wel wilde. Ik kon hem moeilijk vragen om op de vloer te gaan slapen toch? Maar tot mijn opluchting zag ik dat hij twee sleutels kreeg, waarvan hij ééntje aan mij gaf.

‘Wat kijk je opgelucht. Ik heb gewoon twee kamers geboekt hoor, maak je maar niet druk.’ zei hij met een ondeugende grijns op zijn gezicht.

‘Oh, nou ik had één kamer heus niet erg gevonden hoor.’ zei ik terug.

‘Hmm, zo kijk je anders niet.’ mompelde hij en hij pakte onze tassen op en nam ze mee naar de lift.

Onze kamers lagen naast elkaar en dat vond ik wel fijn. Zo konden we tenminste wel nog even naar elkaar toe lopen om wat te kletsen ofzo.

We pakten beide onze spullen uit en hoewel ik had verwacht dat we alleen zouden gaan eten en daarna naar bed zouden gaan, had hij hele andere plannen. Net toen ik klaar was met uitpakken hoorde ik mijn telefoon trillen en zag ik een berichtje binnenkomen.

Heb je in die enorme tas van je ook nog een leuke outfit zitten? Dan gaan we uit!

Ik lachte en stuurde een berichtje terug.

Oh, eigenlijk heb ik alleen fleecetruien mee.. Wat ben je van plan dan?

Natuurlijk was dat een leugen, want ik was op alles voorbereid en had zelfs een leuk jurkje ingepakt die ik meteen uit de kast plukte en legde hem alvast klaar op het bed. Ik legde hem net neer toen ik weer een berichtje kreeg.

Zelfs daarin ben je mooi. Lukt het je om over een kwartier beneden de staan?

Oké, ik moest wel een beetje opschieten, maar het zou vast lukken.

Snel sprong ik onder de douche, waar ik mezelf binnen een minuut waste en een beetje opfriste. Daarna droogde ik me snel af en trok ik het jurkje aan dat ik al op bed had gelegd. Het was gewoon een simpel jurkje, waar ik een zwarte panty en stoere laarzen bij aan deed. Een beetje mascara en lippenstift verder was ik klaar om te gaan.

Exact een kwartier later stond ik beneden te wachten en dacht er grinnikend aan dat het me niets verbaasde dat Darius te laat was. De keren dat hij wel op tijd was geweest waren op één hand te tellen en ik had dus best wel rustig aan kunnen doen.

Ik keek op mijn horloge en hoorde achter me ineens iemand mijn naam zeggen. ‘Rosie? Ben jij dat? Wauw!’

 

Misschien vind je dit ook leuk

Ik zou het leuk vinden als je een reactie achterlaat!

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.