Een nieuwe kans | Hoofdstuk 3

by Tamara

Toen ik na die avond de volgende dag weer op kantoor kwam, voelde het meteen alsof ik er thuishoorde. Ik werd van alle kanten begroet door mijn nieuwe collega’s en tot mijn grote opluchting spraken ze allemaal gewoon Engels en sommigen zelfs een klein beetje Nederlands. Darius had me die ochtend opgehaald en naar kantoor gebracht en was daarna weer vertrokken omdat hij iets moest doen.

Ik wist dus niet zo goed waarmee ik moest beginnen, maar een blond meisje van mijn leeftijd die zich voorstelde als Katrin schoot me te hulp en wees me mijn werkplek aan. Eigenlijk was dat niet nodig, want ik was me de hele ochtend aan het voorstellen aan alle mensen die er werkten en iedereen die ik gemist had kwam een praatje met me maken. Toen ik iedereen gehad had en ik aan de slag wilde gaan, kwam Darius net binnen en vroeg me mee te lopen naar zijn vader. Een beetje zenuwachtig liep ik achter hem aan. Was er iets aan de hand? Had ik iets verkeerd gedaan?

In het kantoor van Alpin, zag ik hem voor het raam staan, waar hij uitkeek over de woeste zee. Het kantoor was net zo ingericht als de rest van het gebouw, vol met posters van orka’s, walvissen  en grote schepen.

‘Pap?’ zei Darius zachtjes.

‘Dari! Rosie! Sorry, ik stond een beetje te dromen, ga zitten alsjeblieft!’

Hij wees ons de twee stoelen aan die aan zijn bureau stonden, terwijl hij zelf bleef staan en met een zucht een bril uit zijn borstzakje pakte, die hij opzette.

‘Ik denk dat het goed is om je te vertellen waarom je hier bent en wat we hier precies doen. Ik weet niet hoeveel Ruud je precies heeft verteld?’

Ik haalde mijn schouders op.

‘Niet zo heel veel, alleen dat jullie iets doen om walvissen te beschermen?’

Darius lachte en ging naast zijn vader staan. ‘Klopt, dat is een deel van ons ‘Ocean Project’, maar we doen nog veel meer.’

Hij tikte op de landkaart die op het bureau van Alvin lag en wees een stuk zee aan, dat een stukje uit de kust voor IJsland lag.

‘Hier, op deze plek, zwemt vaak een hele groep orka’s. Het is ongeveer op twintig minuten varen vanaf hier en het is een groep van drieëntwintig volwassen orka’s, een paar jongere dieren en een aantal kleintjes. De leidster van de groep, of moeder zoals wij het noemen, heet Sigrún, vernoemd naar Darius’ moeder en mijn inmiddels overleden vrouw.’

Ik zag dat Darius slikte bij het horen van de naam van zijn moeder en had meteen medelijden met hem.

‘Sigrún is een vrouwtje dat we schatten rond de vijftig á zestig jaar oud, iets wat best wel oud is voor een orka in het wild. Zij en haar groep leven daar al jaren in vrede tijdens de wintermaanden, elk jaar komen ze terug en elk jaar zijn we weer benieuwd of er weer kleintjes bijgekomen zijn en Sigrún nog steeds de leidster is, wat ze tot nu toe elk jaar nog steeds is.’

Alvin liep naar de kast aan de muur en pakte er een grote map met foto’s uit, die hij opensloeg en op tafel legde.

‘Orka families zijn heel erg hecht met elkaar. Ze komen voor elkaar op, jagen samen en zorgen voor de zwakkeren van de groep. Er zijn een heleboel mensen die orka’s zien als moordlustige walvissen zonder gevoel, maar dat is absoluut niet zo. Sigrún kreeg ongeveer tien jaar geleden een kalfje en het arme kleintje overleed tijdens de bevalling. Ze heeft toen ruim twee weken om haar kalfje gerouwd en het voortgeduwd in de zee, zodat het niet zou zinken. Het heeft haar echt heel erg lang gekost voordat ze er weer klaar voor was om weer een kalf te krijgen.’

Hij zuchtte en bladerde tot hij een bepaalde foto vond.

‘Kijk dit is Sig en dit is haar dochter, die zelf onlangs ook een kalf heeft gekregen. Dat kalf is één van de redenen dat we je hulp nodig hebben.’

Ik bekeek de foto’s van de prachtige dieren die in de woeste zee zwommen met de prachtige bergen van IJsland op de achtergrond.

‘Wat is er met het kalf aan de hand dan? Is het ook overleden?’

Darius schudde zijn hoofd en kreeg een boze uitdrukking op zijn gezicht. Zijn kaak spande samen en hij keek boos naar buiten, naar de plek waar de dieren zich ergens bevonden.

‘De jacht op en het vangen van orka’s is eigenlijk verboden. Dolfinariums en attractieparken mogen alleen orka’s hebben die in gevangenschap geboren zijn en verder niets, maar het wordt steeds lastiger om in gevangenschap gezonde orka’s te fokken, de dieren hebben vaak kwaaltjes en zijn vaak ziek en soms zelfs depressief. Er dook een tijdje geleden zelfs een filmpje op van een orka die bewust uit zijn tank sprong en zo kwam te overlijden.’

Mijn maag draaide zich om. Ik had al een idee van wat er komen ging en de gedachte dat iemand deze prachtige dieren kwaad zou willen doen maakte me misselijk.

‘Goed, dolfinariums en attractieparken mogen dus niet bewust orka’s uit het wild vangen en ze in hun tanks dumpen, maar er is een manier waarop ze wel aan de kalfjes kunnen komen. Als ze een kalfje gevangen nemen onder het mom van: ‘hulp aanbieden’ dan mogen ze het kalf bij de moeder weghalen en hem in gevangenschap bij zich houden totdat hij zogenaamd beter is.’

‘Maar die kalfjes worden toch niet zomaar ziek? Hoe zorgen ze er dan voor dat ze ziek genoeg zijn om ze mee te kunnen nemen?’

Alvin keek naar Darius, die nog steeds kwaad uit het raam staarde.

‘Ze worden inderdaad niet zomaar ziek en ze raken ook niet zomaar gewond. De jagers die erop uit gestuurd worden om de kalfjes te vangen, verwondden ze daarom ook eerst. Het kalf dat we missen, had een paar dagen voor haar vermissing ineens een snee in haar zij. We vermoedden dat de jagers de dieren met opzet verwondden om ze zo gevangen te kunnen nemen en vervolgens te verkopen aan dolfinariums en attractieparken, waar ze in een veel te kleine tank met chloorwater de rest van hun leven moeten doorbrengen.’

Ik voelde de tranen opwellen in mijn ogen en schudde mijn hoofd.

‘Dat is verschrikkelijk! Hoe kan iemand dat die dieren aandoen?’

‘Je denkt dat dat het ergste is?’ Bromde Darius ineens. Hij liep naar ons toe en pakte een ander boek met foto’s uit de kast.

‘Moet je dit kijken! Een aantal jaren is de jacht op blauwe vinvissen weer legaal hier in IJsland. Ze slachten die beesten massaal af. Groot, klein, kalfje of bejaard, het maakt ze geen ene moer uit. Zodra ze er eentje zien vuren ze hun harpoenen af en schieten ze ze neer. De gore klootzakken.’

‘Nee! Dat meen je niet! Maar waarom doen ze dat?’

‘Cultuur…’ zuchtte Alvin.

‘Mensen hier in IJsland eten het vlees eigenlijk amper, het wordt allemaal verkocht aan Japan. Het was één van de redenen dat mijn Sigrún met me meeging naar Nederland, ze kon het niet meer aanzien dat die prachtige beesten vermoord werden en toen was het nog niet eens legaal.’

‘Sorry voor mijn nieuwsgierigheid, maar is uw vrouw al lang overleden?’

Alvin schudde zijn hoofd en legde een hand op Darius zijn schouder.

‘Haar liefde voor die dieren werd uiteindelijk ook haar dood. Ze was tien jaar gelden op een missie om een walvisvaarder tegen te houden die een moeder en haar kalfje probeerde neer te schieten. Zij en haar team deden enorm hun best om ze zo veel mogelijk dwars te zitten, tot de jagers het zat waren en hun harpoen op hun afschoten. Hij raakte Sigrún en zorgde ervoor dat de boot waarop ze vaarden lek raakte en zonk. Ze hadden geen schijn van kans..’

Darius’ gezicht werd bleek en zijn ogen werden rood.

‘I-ik weet niet wat ik moet zeggen.. Het spijt me verschrikkelijk wat er is gebeurd..’

Ik voelde een traan over mijn wang rollen en net toen ik hem wegveegde, riep iemand Alvin. Hij mompelde dat hij zo terug zou zijn en liep snel het kantoor uit, waardoor ik met Darius overbleef.

Ik zag dat zijn ogen vochtig waren en dat hij op zijn lip beet om niet te gaan huilen. Zonder na te denken liep ik om de tafel heen en sloeg ik mijn armen om hem heen.

Even wist hij zich geen houding te geven, maar al snel knuffelde hij me terug en hoorde ik hem zacht snikken.

‘Je zult me nu wel een doetje vinden he? Een beetje huilen over mijn moeder.’

‘Ben je gek? Absoluut niet! Je moeder is vermoord door die hufters! Door die klootzakken die die prachtige dieren wat aandoen. Ik zou het juist gek vinden als het je niets zou doen.’

Ik had mijn hoofd op zijn borst liggen en hoorde zijn hartslag iets versnellen door zijn trui heen. Zachtjes aaide hij met een hand over mijn haren en zuchtte.

‘Dank je Rosie.. Bedankt dat je ons komt helpen in de strijd tegen deze mensen.. Maar ook bedankt voor… Nouja.. Voor dit..’

Ik keek naar hem op en glimlachte, terwijl ik snel een traan van zijn wang streek.

‘Graag gedaan! Als je er ooit over wil praten ben ik er voor je.’

Daar houd ik je aan!’

‘Haha! Dat is je geraden.. Maar ehhh… Wanneer gaan we die eikels eens terugpakken?’

Misschien vind je dit ook leuk

Ik zou het leuk vinden als je een reactie achterlaat!

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.