Met klapperende oren luisterde ik naar de bedragen die geboden werden op de dieren die buiten in de te kleine baai zwommen. Een kalf werd verkocht voor een paar ton en een volwassen mannetje ging onder de hamer voor meer dan een half miljoen. Het rare was dat niemand het gek scheen te vinden om illegaal gevangen walvissen te kopen. Het was net alsof ze op schilderijen boden, of misschien zelfs wel antieke meubels.
Noah wees me hier en daar een aantal mensen aan die hij herkende. Zo zat de directeur van een groot Amerikaans aquarium vooraan te bieden en zat er een vrouw die voor een aquarium in Spanje werkte links van ons.
‘We moeten iets doen Noah.. Als ze betaald hebben worden ze opgehaald..’
Noah knikte en gebaarde me mee te komen naar buiten. Daar hoorde ik mijn telefoon overgaan en toen ik keek zag ik een berichtje van Katrin.
We hebben Sigrún gevonden en leidden haar nu naar de baai. Je hebt haar nodig om de andere dieren daar weg te krijgen.
Ik stopte mijn telefoon in mijn tas en liep samen met Noah over het terrein richting de baai waar de dieren zwommen. De baai was zo ondiep, dat we de rugvinnen continue boven het water zagen uitkomen.
‘Ik ga bij het hek kijken.’ zei ik zachtjes en liep over de rotsen heen richting het hek, dat half onder water stond en zo te zien elektronisch beveiligd was.
Net toen ik wegliep, hoorde ik een luide stem en scheen er een zaklamp op Noah.
‘Wat doe je hier? Het is verboden terrein!’ hoorde ik een man in het Engels roepen. Snel verstopte ik me achter een groot rotsblok en spitste mijn oren.
‘Ik ben Noah Marcus, de advocaat van ProSea. Van mijn baas heb ik de opdracht gekregen om te kijken of de dieren het een beetje naar hun zin hebben en of de veiling goed gaat. Dat om allerlei gerechtelijke procedures te voorkomen.’
‘Ah, vind je het goed als ik ze even bel om dat te bevestigen?’
‘Tuurlijk, ga je gang.’ zei hij.
De man wendde zich af en voordat ik het wist had Noah de zware zaklamp uit zijn hand gegrist en de bewaker er keihard mee op zijn hoofd geslagen. De bewaker viel direct bewusteloos op de grond en ik zag dat Noah bukte en iets uit zijn zak pakte.
‘Volgens mij zijn dit de sleutels om het hek te starten. Ik blijf hier wachten, ga jij maar snel!’
Ik knikte en klom op mijn pumps over de scherpe rotsen heen, die pijnlijk langs mijn benen schuurden en een behoorlijke snee in mijn knie veroorzaakten.
Ik stopte bij een paal aan het uiteinde van het hek, waar een sleutelgat en een rode knop op zat. Snel stopte ik de sleutel in het sleutelgat en draaide hem open, waarna ik op de rode knop drukte.
Meteen begon er aan de overkant van het hek een sirene te loeien en in de verte zag ik een aantal bewakers naar buiten rennen. Het hek gleed langzaam open en ik zag dat de dieren naar het hek toe zwommen.
‘WAAR ZIJN JULLIE MEE BEZIG?’ schreeuwde een man die naar Noah toe kwam rennen. Ik wilde naar Noah toe gaan om hem te helpen, maar ik hoorde ineens een harde knal en zag dat het hek tot stilstand was gekomen. Ik keek naar links en zag de boot van Seafluence in de baai liggen, maar ze waren te ver weg om me te zien.
Het gat was niet groot genoeg voor de orka’s om erdoorheen te zwemmen en hoe hard ik ook op het knopje drukte, hij ging niet verder. Hij zat ergens vast.
Ik rende terug naar de plek waar de bewusteloze bewaker op de grond lag en pakte het grote zakmes dat hij bij zich had uit zijn zak. Ik hoorde geschreeuw en zag dat Noah met twee van de bewakers aan het vechten was.. Met alle wil in mijn lichaam moest ik mezelf tegenhouden om hem niet te gaan helpen, ik moest de dieren nu gaan redden, anders was dit allemaal voor niets geweest.
Met het mes in mijn handen rende ik over de rotsen terug naar de paal en trok daar mijn pumps uit. Ik stroopte mijn rok omhoog en dook zonder te twijfelden het water in. Het water was gitzwart en ik zag geen hand voor ogen terwijl ik langs het hek zwom en de blokkade probeerde te vinden. Bij de kleine opening van het hek, zag ik een kalf vlak voor mijn neus bovenkomen, alsof hij kwam kijken wat ik aan het doen was.
‘Maak je geen zorgen kleintje, niet bang zijn . Ik kom je helpen.’
Ik voelde aan het hek en merkte dat hij ergens aan trok, dat er iets vast zat. Ik dook naar de bodem en op de tast zocht ik de zanderige bodem af, op iets dat het hem zou kunnen tegenhouden. Al snel vond ik het probleem, een oud anker lag op de bodem en het touw ervan zat om het hek gewikkeld. Als ik het touw zou kunnen doorsnijden, dan zou het hek verder open kunnen en waren de dieren vrij.
Nogmaals dook ik naar beneden in het ijskoude water, terwijl ik op de tast probeerde het touw te vinden en door te snijden. Het touw zat vol met algen en glipte steeds uit mijn handen, maar stukje bij beetje lukte het, al moest ik wel steeds naar boven om adem te halen.
Bij het laatste stukje schoot het hek ineens van zijn plek en schoot het anker los. Het anker landde op mijn voet en het lukte me niet meteen om los te komen.
Volledig in paniek spartelde ik in het water, terwijl er steeds meer lucht uit mijn longen ontsnapte. Met nog één laatste ruk lukte het me om mijn voet los te krijgen en naar de oppervlakte te zwemmen.
Ik nam een hap lucht en voelde ineens iets achter me, een grote orka aan de zeekant van het hek. Het kon niet anders dan dat het Sigrún was.
De orka’s achter het hek herkenden haar meteen en begonnen in een noodgang het hek uit de zwemmen. Ik deed mijn best om naar de kant te zwemmen om ze erdoor te laten, maar keer op keer werd ik onderwater gedrukt door de dieren die probeerden te ontkomen.
‘Noah????’ gilde ik vlak voordat ik weer kopje onder ging.
Uit alle macht probeerde ik boven te komen, maar het lukte me niet.. Het laatste beetje lucht ontsnapte uit mijn longen, net toen ik voor de laatste keer naar beneden werd geduwd..
Op dat moment.. Wist ik heel zeker dat ik dit niet zou gaan redden.