Ik zag Darius niet meer en Katrin bood aan me af te zetten bij het hotel waar ik nog steeds logeerde. Daar aangekomen pakte ik mijn spullen uit en belde Lou, die meteen opnam.
‘Rosieeeeee! Hehe. bel je mij ook eens? Ik vroeg me al af of je een nieuwe bff had gemaakt.’
‘Ben je gek? Er gaat niets boven mijn vriendinnetje van thuis hoor.’
‘Oh, zelfs geen sexy IJslandse mannen?’
Ik rolde met mijn ogen en vertelde haar alles over ons tripje en wat er gebeurd was tussen Darius en mij. Ik vertelde haar over de kus, de schuldgevoelens en het moment dat Noah door mijn hoofd ging. Ook vertelde ik haar over het gesprek tussen Alvin en Darius, waarin ze zeiden dat ik ergens mee naartoe moest.
‘Dus je ging niet verder met Darius omdat je aan Noah moest denken? Ben je niet eens over hem heen dan?’
‘Natuurlijk wel, ik heb een hekel aan Noah en wil niets van hem. Ik weet ook niet waarom ik aan hem moest denken. Ik heb slechte dingen gedaan, maar dat moment dat ik hem met Lola zag… Hij heeft echt mijn hart gebroken toen hij dat deed.. En dat hij daarna Logan sloeg en weet ik veel wat hij nog allemaal heeft gedaan… Ik weet niet of ik hem dat ooit kan vergeven..’
‘Ja, maar Rosie.. Ik ben je beste vriendin, dus ik vind dat ik dit mag zeggen.. Denk je niet dat het ook een beetje jouw schuld is? Hij nam je mee naar Parijs en je zoent met zijn broer. Het is niet goed wat hij heeft gedaan, maar jij hebt de eerste misstap gezet en misschien heeft hij daarom gedaan wat hij heeft gedaan..’
Ik zuchtte en liet mezelf achterover op bed vallen.
‘Dat kan niet.. Logan en ik hebben afgesproken er nooit over te praten, dus hij weet het niet..’
‘Hmm, dan weet ik het ook niet..’ zei ze.
‘Nouja, het maakt ook niet uit. Ik ben hier en hij is daar.. We zijn ruim vijfendertighonderd kilometer van me verwijderd, het is niet alsof we elkaar hier tegen kunnen komen.’
Ik gaapte en zag op de wekker naast me dat het inmiddels al bijna twaalf uur was. ‘Ja ja saaierd! Ik zal je weer met rust laten. Welterusten! En niet teveel over knappe blonde mannen dromen he?’
‘Doei Lou!’ mompelde ik en drukte haar weg.
Hoewel ik wel heel erg moe was, lukte het niet echt om in slaap te vallen. Ik bleef maar draaien en draaien en uiteindelijk viel ik wel in slaap, om niet veel later wakker te worden door de wekker.
Omdat ik nog steeds niet met Darius had gesproken, had ik afgesproken met Katrin dat ze me op zou komen halen. Ik kon ook best met de fiets gaan, alleen waaide het steeds zo hard dat ik dit stiekem wel makkelijker vond.
Op kantoor was Darius nergens te bekennen, dus ik ging er van uit dat hij zelf maar naar het bedrijf was gegaan om ze te confronteren. Stiekem vond ik dat best wel jammer, want ik had hem wel eens in actie willen zien en was heel erg benieuwd naar het bedrijf dat achter deze acties zat. Maar het was niet anders, dus ik ging op mijn werkplek zitten en ging aan de slag.
Urenlang was ik bezig met het nakijken van de aanklachten op dingen die we misschien gemist hadden, maar ik kon niets vinden. Toen ik daar klaar mee was, ging ik maar weer verder met de opdrachten die meneer Smit me had gestuurd. De opdrachten waren lastiger dan ik had verwacht zonder de uitleg van de docent erbij, maar ik wilde ook niet weer naar Darius om hem om hulp te vragen.
Met een zucht deed ik mijn oordopjes in en probeerde me te focussen op de opdrachten, terwijl het buiten weer eens keihard regende.
Ik boog me net over een lastige opdracht, toen ik op mijn schouder getikt werd en geschrokken mijn oordopjes uitdeed.
‘Kun je even meekomen?’ zei Darius kortaf.
Ik knikte en klapte snel mijn laptop dicht, waarna ik achter hem aan liep naar zijn kantoor.
‘Wat is er aan de hand? Moet ik weg?’
Hij keek me verbaasd aan en schudde zijn hoofd.
‘Nee, waarom vraag je dat?’
Ik zuchtte en nam plaats tegenover hem, aan de stoel aan zijn bureau.
‘Ehh.. Om wat er gebeurd is…’
Ik zag dat zijn mondhoek een klein stukje omhoogtrok in een glimlach en ademde opgelucht uit.
‘Rosie… Nee natuurlijk niet. Luister.. Ik vind het jammer oké? Ik dacht dat wat ik voor jou voelde.. Of eigenlijk voel, wederzijds was.. Maar dat is niet zo, dus pech voor mij. Ik stuur je echt niet weg omdat je niet met me het bed ingedoken bent.’
Mijn ogen werden groot en hij barstte in lachen uit.
‘Kijk niet zo verbaasd. Ik neem heus niet iedereen mee op rondreis door IJsland hoor. Maar goed.. Ehh, je bent hier omdat ik je hulp nodig heb. Gisteravond zijn weer twee jongen meegenomen.. Ik weet niet hoe de groep dit ooit nog te boven kan komen.. We hebben alles gedaan wat we konden, maar toen we eraan kwamen waren de jongen al aan boord..’
‘Weer twee? Dat meen je niet! Waren deze van te voren ook al gewond of niet?’
‘Nee, er was niets mee aan de hand.. Ze hebben ze gecontroleerd nadat er een walvisvaarder was gezien..’
Ik zuchtte en voelde de tranen opwellen in mijn ogen.
‘Wat wil je dat ik doe? Wat kan ik doen?’
‘We kunnen niet zoveel doen.. Maar ik ga nu naar het kantoor van ProSea om te kijken of ik daar iemand kan spreken. Ze moeten weten hoeveel ze kapot maken en dat, hoeveel geld ze ook verdienen, dit dierenleed het echt niet waard is.
We spraken af dat we ons even gingen omkleden en daarna naar het kantoor zouden gaan dat in Reykjavik gevestigd was. Op zich had ik er net zo lief zo heen willen gaan, maar het was natuurlijk wel belangrijk dat we er professioneel uit zouden zien. Ik had gelukkig wat werkkleding van toen ik nog bij Nieland Marcus werkte ingepakt en hoefde me alleen even om te kleden in het hotel. Nadat Darius me af had gezet en zelf naar huis ging om zich om te kleden, zocht ik in de kast naar iets wat ik wilde dragen. Uiteindelijk pakte ik een helder witte blouse met een diepblauwe aansluitende rok, die mijn favoriet was geweest toen ik daar nog werkte. Ik trok de donkerblauwe pumps die ik mee had genomen er bij aan en deed een beetje make-up op.
Ik keek in de spiegel en herkende het meisje dat terugkeek amper. Het was alsof ik naar een herinnering van maanden geleden aan het kijken was en voelde me zelfs een klein beetje onzeker. Deze kleding paste niet meer bij wie ik nu was en wat ik nu deed, maar het was niet anders. Ik had niets anders mee en dus moest ik het hier maar mee doen.
Ik deed een beetje lippenstift op en liep naar beneden waar Darius al op me stond te wachten. Hij had een zwart pak aan en als ik niet wist dat hij op me stond te wachten, was ik hem zo voorbij gelopen. Zo onherkenbaar was hij.
‘Zo dan Rosie! Ik herken je bijna niet joh.’ grinnikte hij.
‘Ja, dat gevoel had ik zelf ook toen ik net in de spiegel keek… Maar jij bent wel lekker opgedroogd hoor.’
Hij haalde een hand door zijn haren alsof hij wel wist dat hij er goed uit zag en stak zijn arm naar me uit.
‘Kom, ga je mee? We hebben nog een behoorlijke rit voor de boeg.’
In de auto was hij gelukkig weer vrolijk aan het meezingen met de muziek. Ik was er even bang voor geweest dat ik weer twee uur bij een chagrijn in de auto moest zitten, maar dat viel ondanks de reden voor deze reis heel erg mee. Ik had mijn laptop meegenomen dus in de auto kon ik nog een beetje werk doen. Binnen een mum van tijd waren we in de hoofdstad, die we net een paar dagen geleden hadden verlaten.
Darius stelde de navigatie in op zijn telefoon en zocht naar het kantoor van ProSea. Uiteindelijk kwamen we bij een rij met allemaal glazen kantoorpanden, waar hij de auto parkeerde. Het was ontzettend koud buiten en ik trok bibberend mijn lange trenchcoat om me heen, terwijl ik hem op mijn hoge hakken over de besneeuwde stoep volgde. Bij het gebouw op de hoek stopte hij en hield hij de glazen deur voor me open, zodat ik naar binnen kon gaan.
Meteen liep hij naar de receptie waar hij iets in het IJslands begon uit te leggen aan de receptioniste, die hem probeerde af te wimpelen.
Hoewel hij eerst best rustig was gebleven, hoorde ik aan zijn stem dat hij steeds bozer begon te worden. Met een geërgerde zucht pakte de vrouw de telefoon op en belde iemand, waarna ze gebaarde dat we maar moesten gaan zitten.
Ik was te zenuwachtig om te gaan zitten en ging bij het raam staan, waar ik naar buiten keek. We bevonden ons op de bovenste verdieping en keken uit over de haven waar een aantal gekleurde vissersbootjes lagen.
Heel in de verte hoorde ik voetstappen binnenkomen, maar pas toen ik gekuch hoorde draaide ik me om. Happend naar adem greep ik een stoelleuning vast, terwijl hij daar stond, met de blauwste ogen die ik ooit had gezien.
Darius stond op uit zijn stoel en sloeg zijn armen over elkaar heen.
‘Noah fucking Marcus.. Natuurlijk zit een vuile rat als jij hier achter.’