Met een lichtelijk schuldgevoel zat ik de volgende ochtend in de auto. Terwijl ik verwonderd naar het Noorderlicht had gekeken, waren zijn ogen gefocust op mij en het kostte me net iets te lang voordat ik dat door had.
‘Darius…’ zei ik zachtjes.
‘Het geeft niet, ik weet het.. Als je maar weet dat ze je beide niet verdienen. Je bent beter dan zij ooit zullen zijn. Jij geeft om belangrijke dingen, zij alleen om geld en aanzien.’
Ik zuchtte en sloeg mijn armen om hem heen, zonder dat hij me terug knuffelde.
We bleven nog ongeveer een kwartiertje om te kijken naar de lichten in de hemel, toen we besloten terug naar het huisje te gaan en te gaan slapen. Ik wist dat hij zich deze avond en nacht waarschijnlijk heel anders had voorgesteld en als Noah niet in mijn gedachten was opgekomen, was hij heel anders verlopen. Maar nu voelde het niet eerlijk tegenover hem om hem hoop te geven op iets dat er van mijn kant niet was. Ik vond Darius heel erg leuk en ontzettend lief en grappig. Maar die intense verliefdheid die ik voor Logan en Noah had gevoeld? Die was er helaas niet.
Nadat we ons hadden afgedroogd en aangekleed reden we terug naar Eenmaal terug bij het huisje, kropen we direct ons bed in. Niet omdat we beide zo moe waren, maar wel omdat we wisten dat we anders een ongemakkelijk gesprek zouden moeten voeren.
Toen we de volgende ochtend wakker werden pakten we alle spullen weer in en reden we terug naar huis, naar het kantoor van Seafluence.
Hoewel we gewoon tegen elkaar spraken en een beetje kletsten, was het duidelijk dat de kus en de afwijzing van mijn kant iets veranderd had tussen ons. Een paar keer probeerde ik het onderwerp aan te snijden, maar hij kapte me iedere keer af en zei dat hij het begreep, dat ik er niet over in moest zitten.
Uiteindelijk lukte het me om onderweg nog een klein beetje te slapen en net voordat we thuis waren, werd ik weer wakker.
Ik wreef in mijn ogen en keek verbaasd naar de hoeveelheid auto’s die voor het kantoor stonden.
‘Huh? Wat doen al die auto’s hier? Wat is er aan de hand?’ mompelde ik slaperig.
‘Verdomme.. Niet weer!’ Zei Darius, en hij sprong uit de auto.
Ik klom uit de hoge auto en liet mijn spullen achter, terwijl ik achter hem aan rende. Hij rende met twee treden tegelijk de trap op naar het balkon van zijn kantoor en pakte daar de verrekijker die op de rand lag. Maar ook zonder verrekijker kon ik zien wat er aan de hand was. In de verte lag een groot vrachtschip, met op de voorgrond de kleinere boot van Seafluence.
‘Ik ga naar ze toe.’ gromde hij en hij legde de verrekijker neer.
‘Ik ga met je mee.’ zei ik snel en liep achter hem aan.
‘Nee Rosie, dat kan niet.’
‘En waarom niet? Ik wil ook helpen.’ Ik liep achter hem aan de trappen af en verwachtte dat hij niets zou zeggen, maar hij draaide zich om en hield me tegen.
‘Nee Rosie.. Het is gevaarlijk… Ik zou het niet aankunnen als.. Sorry.. Je kan niet mee.’
Hij draaide zich om en liep de kleedruimte in, terwijl ik buiten wachtte.
Snel rende ik de trappen naar het balkon weer op en pakte de grote verrekijker om te zien wat er gebeurde.
Ik zag dat het grote schip de boot van Seafluence probeerde weg te jagen met een kanon, terwijl ze aan de andere kant iets probeerden te vangen. Ik kon niet zien wat ze probeerden te vangen, maar gezien de andere orka’s in de buurt, was dat makkelijk raden.
Ik zag een kleine speedboot vanaf de steiger richting het schip varen, met daarin iemand met blonde haren. Was hij nou helemaal gek geworden? Wat wilde hij in zijn eentje nou beginnen tegen dat enorme schip?
De boot van Seafluence vaarde rondjes om het grote schip om te zorgen dat ze niets konden binnenhalen en Darius probeerde de orka’s af te schrikken en de andere kant op te sturen, maar om de één of andere reden wilden ze maar niet bij het grote schip weggaan.
Het was verschrikkelijk om hier zo machteloos te staan, zij waren daar hun leven aan het riskeren om die dieren te redden, terwijl ik hier een beetje nutteloos met mijn verrekijker in mijn handen stond.
Katrin was één van de achterblijvers en kwam naast me staan.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ik aan haar.
‘Het is verschrikkelijk, een walvisjager is al het hele weekend op de jongen aan het jagen. We hebben gehoord dat een aquarium in Amerika ze grof geld betaald voor een aantal orka kalven die jong genoeg zijn om nog te trainen. We zijn al het hele weekend bezig ze tegen te houden en proberen steeds de politie erop af te sturen, maar ze geloven ons niet. We vermoeden dat ze hun ook omgekocht hebben om de andere kant op te kijken…’
‘Maar waarom? Ik snap het echt niet. Hoe kun je jezelf nog aankijken als je een jong bij zijn moeder weghaalt?’
Ze haalde haar schouders op en nam de verrekijker van me aan.
We bleven kijken tot het donker werd en de boten weer bij de steiger aanlegden en onze collega’s van boord kwamen. Ze maakten allemaal een verslagen indruk en een aantal waren zelfs niet aanspreekbaar. Één van de mannen begon zelfs te huilen toen Katrin vroeg wat er gebeurd was.
Ik liep naar de kleedkamer beneden, waar Darius met zijn vader aan het praten was.
‘Dit kan zo niet langer, denken ze nou echt dat we het hierbij laten zitten?’
Alvin legde zijn hand op de schouder van Darius om hem te kalmeren, maar hij duwde hem eraf en gooide zijn natte kleren in een hoek.
‘Stop Pap.. Ik ga morgen naar ze toe. Het wordt tijd dat we eens een goed gesprek hebben over de verschrikkelijke dingen die ze doen.’
‘Dat lijkt me een goed idee, maar ik wil niet dat je alleen gaat.’
Hij trok een droge trui aan en rolde met zijn ogen.
‘Waarom niet? Ik kan jou niet meenemen, jij hebt een straatverbod weet je nog?’
Alvin zuchtte en gaf hem een paar droge sokken aan.
‘Waarom neem je Rosie niet mee? Ik denk dat het wel goed voor haar is om eens wat werk te doen dat niet zo geestdodend is als dat vertaalgedoe.’
‘Ik kan haar niet meenemen pap…’
Alvin ging naast hem zitten en legde een hand op zijn schouder.
‘Waarom niet Dari? Is er iets gebeurd?’
Darius zuchtte en stond op. Snel verstopte ik me achter de muur en probeerde de rest van het gesprek ook af te luisteren.
‘Het is niet belangrijk pap.. Je weet de reden dat ik haar niet mee kan nemen..’
‘Ik weet zeker dat het geen probleem is. Neem haar gewoon mee..’
Hij mompelde wat en daarna hoorde ik Alvin grinniken.. Ik moest maken dat ik wegkwam anders wisten ze dat ik ze had afgeluisterd!