‘Opa?’ Ze keek verbaast naar de oude man die achter haar oma stond. Het was alweer 10 jaar geleden dat ze hem voor het laatst gezien had. Bij het afscheid hadden ze afgesproken dat ze elkaar snel weer zouden zien, alleen liet zijn gezondheid hem in de steek. Haar oma was haar een keer alleen komen opzoeken en hoewel er daarna vaak genoeg beloftes werden gedaan om te komen, bleef het er altijd bij. De enige keer dat haar opa en oma samen zouden komen was toen haar vader ging hertrouwen. Ze stonden klaar om te vertrekken, toen haar stiefmoeder belde dat ze niet welkom waren op het huwelijk van hun enige zoon. Gekwetst hadden ze het contact verbroken en toen Olivia had gebeld dat haar vader was overleden, had ze hem horen huilen op de achtergrond. Ze omhelsde haar opa voorzichtig, bang om zijn veel te dunne lichaam zeer te doen. In zijn gezicht zag ze de lijnen van vele jaren aan zorgen en in zijn ogen zag ze jaren aan verdriet.
Ze liep achter haar grootouders aan de trap af en zag dat er ook beneden niet veel veranderd was. In de hoek stond de televisie die haar vader een paar jaar voor hun vertrek had gekocht en waar hij met zijn vrienden heel veel voetbalwedstrijden op gekeken had. Ook stond de grote leren bank er nog, de bank waar haar moeder de laatste maanden van haar leven op had doorgebracht. Ze liep naar de schoorsteenmantel en pakte een fotolijstje. Zelfs de foto’s waren nog allemaal hetzelfde. Ze zag een foto van haarzelf als vijfjarig meisje met haar jonge vader trots op de achtergrond. Ze zag een foto van kerst, waarbij ze samen met haar ouders en grootouders aan tafel zat. Allemaal lachende en gelukkige gezichten. Ze liep naar de keuken waar haar oma thee aan het zetten was. ‘Heb je een goede vlucht gehad meisje?’ zei haar oma. Olivia knikte en ging op haar oude plek aan tafel zitten. ‘Het was prima, ik geloof alleen dat ik even moet wennen aan het tijdsverschil.’ lachte ze. Ze keek haar opa aan die nog geen woord had gezegd sinds ze er weer was en ze durfde ook niks te zeggen. ‘We gaan wel even naar de woonkamer’ zei haar oma terwijl ze een kop thee voor haar opa neerzette en twee andere koppen op een dienblad zette. Terwijl ze op de bank gingen zitten begon haar oma te vertellen. ‘Hij is gebroken Olivia. Sinds je vader het contact verbrak is hij een heel andere man. Er zijn dagen dat ik hem amper nog herken. Toen je vorige week belde heb ik hem voor het eerst in vijftig jaar zien huilen en hij heeft sindsdien geen woord meer gezegd.’ Olivia slikte even en keek in haar kopje terwijl ze haar tranen in probeerde te houden. ‘Wil hij wel dat ik hier ben? Ik kan ook naar een hotel gaan?’ zei ze. ‘Nee joh meisje ben je gek? Ik denk dat het heel goed voor hem is dat jij hier bent, vandaag was de eerste keer dat hij van zijn stoel bij de keukentafel kwam, alleen maar om jou te begroeten.’
Nadat ze haar thee op had, stuurde haar oma haar naar het dorp om wat boodschappen te doen en wat nieuwe kleding te kopen. De kleding die ze bij zich had was allemaal veel te koud en in de winter had ze echt wat warms nodig. Ze durfde het nog niet aan om met de auto te gaan, dus ze wachtte bij de halte op de bus. De bus reed de route waar langs ze vroeger altijd naar school reed. Bij alles wat ze onderweg herkende voelde ze zich iets meer thuis. Het voelde alsof de tijd had stilgestaan. In al die jaren dat ze weg was geweest was er amper wat veranderd. Ze herkende de basisschool waar ze op had gezeten, het huis van haar beste vriendinnetje van vroeger en zelfs de winkel waar ze altijd van haar zakgeld tijdschriften haalde.
Ze liep een kledingwinkel in en pakte een warm uitziende jas uit het rek. Daarna pakte ze wat kleding en een paar warme laarzen en ze liep naar het kleedhokje. Terwijl ze zich uitkleedde onder het felle licht in de krappe ruimte, vond ze het ineens zo raar dat het zo gewoon voelde om hier te staan. 10 jaar lang was ze hier niet geweest en nu stond ze ineens weer in hetzelfde hokje als waar ze als zestien jarig meisje had gestaan. Ze koos de kleding uit die paste, pakte een muts en een sjaal en vroeg aan de verkoopster of het goed was als ze het meteen aan deed. Terwijl de verkoopster haar kleding scande keek ze wat om zich heen. ‘Is het hier altijd zo rustig? Ik herinner me dat het hier altijd vreselijk druk was?’ vroeg ze aan de verkoopster. ‘Ja, helaas wel.’ antwoordde de verkoopster. ‘Veel jonge mensen zijn naar de stad vertrokken. Ik hoop maar dat het beter wordt zodra de nieuwe OCOM fabriek hier opent.’ Vragend keek ze de verkoopster aan, die vervolgens naar een krant op de toonbank wees.
Op de voorpagina van de krant stond een interview. Het ging over een jonge man die vroeg van school was gegaan om te gaan werken zodat hij zijn ouders kon helpen. Hij ontwikkelde een nieuw soort microchip waarmee je op elke willekeurige computer, elk besturingssysteem kon laten draaien. Zijn product werd ontdekt door een grote fabrikant van computers en al snel vochtten er drie partijen om zijn product. Toen hij op zijn drieentwintigste de eerste OCOM fabriek opende, was hij binnen een jaar miljonair. Nu, 4 jaar later bezat hij 16 bedrijven in verschillende landen en groeide zijn bedrijf nog steeds enorm hard. Toen ze de krant opensloeg om verder te lezen schrok ze.
Bij het interview stond een foto van de jonge eigenaar van het miljardenbedrijf. Een foto waar hij in een zwart pak tegen een zwarte sportwagen aanleunde. Het was 10 jaar geleden en toch herkende ze hem meteen, zijn grijns en houding waren nog precies zoals ze zich herinnerde. Het was Steven…
1 comment
Ohh wat maak je er weer een spannend verhaal van!