De laatste zomer samen | Hoofdstuk 8

by Tamara

‘Weet je zeker dat jullie weer teruggaan?’ Mijn moeder keek me geschrokken aan, alsof het het ergste nieuws was dat ze ooit gehoord had. ‘Mam, stel je niet zo aan. We wonen een kwartier bij je vandaan. Het is niet alsof je ons nooit meer ziet.’ Joost en ik hadden een paar dagen geleden besloten dat we terug zouden gaan, maar omdat ik wist dat mijn moeder dat niet leuk zou vinden, hadden we het vertellen nog maar even voor ons uit geschoven. Uiteindelijk had ik het net toch maar vertelt en ze nam het minder goed op dan ik had verwacht. Ik zag dat haar ogen vochtig werden en ik sloeg mijn arm om haar heen. ‘Mam? Wat is er aan de hand? Je kunt gewoon bij ons langs komen en je mag ook gewoon Lexie ophalen van school als je dat wilt.’ Ze wreef een traan uit haar oog en knikte. ‘Ja sorry, ik had het gewoon nog even niet verwacht. Laten we vanavond samen eten, je vader en ik willen je iets vertellen.’ Ik lachte: ‘Nee he? Ik ga voor de tweede keer het huis uit en jullie gaan meteen emigreren zeker?’ Ze glimlachte verdrietig en schudde haar hoofd. ‘Nee lieverd dat niet. Maar we vertellen het je vanavond.’

Ik stapte weer in de auto naar mijn werk en dacht terug aan het gesprek met mijn moeder. Waarom zou ze zo verdrietig zijn over ons vertrek? En wat zouden ze ons die avond willen vertellen?

Mijn dienst in het ziekenhuis duurde heel lang en was ontzettend druk. De kinderafdeling lag helemaal vol en er was geen kamer meer over. Joost was druk bezig met proberen geld vrij te maken voor een uitbreiding van het ziekenhuis, alleen de rest van het bestuur zag daar de noodzaak niet echt van in. Dus totdat dat er door was, was het een beetje behelpen met de ruimte die we hadden. In mijn pauze liep ik naar Joost zijn kantoor toe. Hij was er nog niet, dus ik nam plaats op de bank in de hoek. Ik keek naar het bureau en moest stiekem een beetje lachen. Dat was de plek waar we vijf jaar geleden Lexie hadden gemaakt. Terecht een wonder, want ik kon geen kinderen krijgen en had niet verwacht dat ik ooit nog moeder zou worden. Zeker niet op deze manier.

Ik liep naar het bureau toe en zag een brief liggen die gericht was aan Joost. Net toen ik hem wilde pakken, ging de deur open en kwam Joost binnen. ‘He lieverd! Ik heb maar heel even de tijd hoor, het is druk vandaag.’ Hij zag dat ik naar het stapeltje brieven keek en pakte ze van zijn bureau.’ ‘Verslagen van stagiaires enzo, die ik nog moet doorlezen.’ ‘Hmm’ mompelde ik, terwijl ik een wenkbrauw omhoog trok. Meteen begon hij over iets anders: ‘Heb je al honger? Wat wil je eten?’ We liepen samen naar de kantine waar we eten haalden en aan een tafeltje plaats namen. ‘Ik kwam je ouders hier vanmorgen nog tegen. Ze hadden hier een afspraak.’ Ik knikte: ‘Ja. ze willen ons iets vertellen, ze vroegen of we vanavond bij hun willen eten.’ Joost nam een hap van zijn broodje en keek geërgerd op zijn telefoon die maar bleef rinkelen. ‘Ik hoop dat ik op tijd ben vanavond. Hoe namen ze het nieuws op dat we terug gaan naar huis?’ Ik zuchtte: ‘Niet zo goed, mijn moeder begon te huilen. Ik denk dat ze jou nog het meeste gaat missen.’ Hij lachte: ‘Tja, dat snap ik best!’ Hij dronk nog even snel zijn drinken op en gaf me vlug een kus, waarna hij weer aan het werk ging.

De rest van de dag bleef het een beetje door mijn hoofd spoken. Waarom waren mijn ouders in het ziekenhuis geweest en wat was er zo belangrijk dat we ervoor moesten afspreken? Gelukkig was het zo druk dat de dag snel om was en nadat ik Lexie bij Maud en Babette had afgezet voor een slaapfeestje, reed ik door naar het huis van mijn ouders waar we hadden afgesproken. Joost zat al bij mijn ouders aan tafel en hoewel hij er afgepeigerd uitzag, was hij wel blij om me te zien. Mijn moeder keek verdrietig en ik kon zien dat ze gehuild had. Ik wilde ernaar vragen, maar ik wist dat mijn moeder toch niets zou zeggen als ik ernaar vroeg en dat ze er als ze eraan toe was zelf wel zou vertellen.

Ik nam plaats naast Joost en mijn moeder schepte iedereens bord vol met iets dat er voor de verandering eens lekker uit zag. Mijn vader was veel minder spraakzaam dan normaal en hij maakte ook zijn gebruikelijke grapjes niet. Na een uur hield ik het niet meer. Ik moest nu weten wat er aan de hand was. ‘Pap? Mam? Wat is er aan de hand? Jullie zijn nooit zo stil en jullie wilden praten. Vertel alsjeblieft gewoon wat er aan de hand is?’

Ik zag mijn ouders naar elkaar kijken en mijn moeder begon meteen te huilen. Mijn vader pakte haar hand en zuchtte. ‘Ik weet niet hoe ik het je moet vertellen lieverd, maar het is niet goed.’ ‘Wat is er niet goed pap? Vertel het gewoon.’ Hij slikte en schudde zijn hoofd. ‘Ik voelde me al een tijdje niet goed en op aandringen van je moeder moest ik naar de dokter. De dokter kon niets vinden, dus we moesten voor een MRI naar het ziekenhuis…. Wat ze daar zagen… Ik zal er niet omheen draaien, het is gewoon niet goed. Ik heb een tumor in mijn buikholte zitten, met uitzaaiingen door mijn hele lichaam. Ze willen wel proberen het te opereren of te behandelen, maar eigenlijk heeft het geen zin meer. Ze kunnen niets voor me doen.’ Het voelde alsof de grond onder mijn voeten vandaan zakte. Dit kon toch niet? Dit kon niet kloppen. Mijn vader was net met pensioen. Hij wilde net van zijn leven gaan genieten. Hij was nog jong! Hij kon toch niet zomaar dood gaan?’ Ik slikte en vroeg met trillende stem: ‘Hoe lang heb je nog?’

Mijn vader, de stoere grote sterke knuffelbeer die ik nog nooit had zien huilen veegde een traan van zijn wang. ‘Ze zeiden dat ik al in mijn reservetijd zit. Het kan nog maanden duren, maar het kan ook morgen al afgelopen zijn. Ze weten het niet.’ Ik stond op en rende om de tafel heen naar hem toe. Ik klom bij hem op schoot en sloeg mijn armen om hem heen. ‘Nee pap! Dat mag niet! Je kunt me niet achterlaten, dat kan helemaal niet! Ik kan niet zonder je.’ De tranen stroomden over mijn gezicht en even voelde ik me weer een klein meisje dat door haar vader getroost werd. Een klein meisje dat nog lang niet zonder haar vader kon.

‘Ik weet het lieverd, ik zou willen dat het anders was. Ik ben er ook nog niet klaar voor om jou achter te laten en ik had nog veel langer van Lexie willen genieten. Maar soms is het leven gewoon niet eerlijk.’ Ik hoorde hoe mijn moeder begon te huilen en ik liep naar haar toe en knuffelde haar. Nu snapte ik waarom ze zo verdrietig was geweest vanmorgen. Ik zou misschien mijn vader verliezen, maar zij zou de man verliezen waar ze al ruim veertig jaar mee samen was. Ze zou helemaal alleen achterblijven.

En ineens drong tot me door dat we niet veel tijd meer hadden, maar dat we van de tijd die we nog hadden het beste moesten maken. Meteen kwam er een plan in me op, dat ik direct aan ze wilde vertellen. ‘Mam, pap? Ik heb een idee.’

Dit verhaal maakt deel uit van een reeks. Je koopt alle zes de boeken hier!

Misschien vind je dit ook leuk

Ik zou het leuk vinden als je een reactie achterlaat!

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.