De laatste zomer samen | hoofdstuk 20

by Tamara

Ik draaide Joost zijn nummer terwijl ik in de auto zat en reed de parkeergarage uit. ‘Liefje! Ik kan niet te lang praten hoor, ik ben me aan het voorbereiden voor een operatie.’ ‘Joost? Ik heb weer een brief ontvangen. Ik weet niet wat ik moet doen.’ Florine, blijf rustig. Wat stond er in de brief?’ Ik ademde diep in en uit: ‘Dat ik maar van mijn verjaardag moest genieten, want het zou de laatste zijn met mijn gezin. Ik ben zo bang dat hij of zij me wat aan wil doen.’ Ik hoorde Joost wat mompelen tegen een collega en daarna praatte hij weer tegen mij. ‘Liefje, kom maar naar me toe. Ik moet wel gewoon de operatie doen, maar je kunt met Lexie in mijn kantoor wachten. Hier ben je tenminste veilig.’ Ik zei dat ik er meteen aan zou komen en nam een afslag waarmee ik de stad weer in zou gaan. ‘Mama? Wat is er aan de hand? Gaan we naar papa?’ In al mijn paniek was ik helemaal vergeten dat Lexie ook bij me in de auto zat en nu had ze mee gekregen dat ik bang was. ‘Ja lieverd, we gaan even naar papa toe. Papa heeft een verrassing voor mama omdat mama jarig is.’ Lexie knikte en wees naar mijn tas. ‘Mag ik je telefoon? Ik wil graag prinsessenfilmpjes kijken.’ Ik pakte mijn telefoon uit mijn tas en gaf hem aan haar, waarbij ik achterom keek. Ineens zag ik een grote zwarte auto wel heel dicht achter ons rijden. Nu reden mensen in de stad wel vaker een beetje asociaal, maar bij deze auto kreeg ik een heel raar gevoel. Ik nam een afslag om te kijken of de auto me zou volgen en meteen toen ik mijn richtingaanwijzer aanzette, ging die van de auto achter me ook aan. Ik gaf een beetje extra gas en reed de stad in, waar ik aansloot in de rij voor het stoplicht.

Terwijl ik voor het stoplicht stond te wachten, kwam de grote zwarte auto heel dicht achter me staan. De ramen waren donker en ik kon niet zien wie er achter het stuur zat. Toen het stoplicht op groen ging, reed ik de rotonde op en ik nam de tweede afslag. Zoals ik al had verwacht, reed de zwarte auto achter me aan. Ik moest de auto zien af te schudden, ik kon nu niet naar het ziekenhuis gaan, want dan zou ik Lexie in gevaar brengen als ik uit moest stappen. Ik keek op mijn horloge en zag dat het al twee uur was. Dat betekende dat Joost ook niet zou opnemen, want hij was al in de operatiekamer. Ik nam weer een afslag en reed de binnenstad in, waar wat smallere steegjes waren. Hier kon ik met mijn smalle auto makkelijk tussendoor, maar de grote zwarte auto zou het dan wat moeilijker krijgen. Ik reed straatje na straatje in en merkte dat de auto steeds meer moeite had me bij te houden. Toen hij uiteindelijk helemaal uit het zicht verdwenen was, reed ik de stad weer uit naar het ziekenhuis. Ik parkeerde mijn auto snel in de parkeergarage en tilde Lexie naar de lift. Voordat ik de lift in stapte, zag ik de zwarte auto de parkeergarage weer binnen rijden en ik drukte heel snel op de knop, voordat de bestuurder mij zou zien. De auto reed met een noodgang richting mijn auto en nog voor ik me realiseerde wat er gebeurde, knalde hij tegen mijn auto aan. Het geluid van de knal was oorverdovend en ik zag direct dat mijn auto helemaal kapot was. Maar ik had niet heel erg lang om erbij stil te staan, want de lift was beneden en ik stapte er snel in.

Samen met Lexie rende ik door de gangen, tot we bij de lift naar boven kwamen en eenmaal op de goede verdieping, haastte ik me naar Joost zijn kantoor, waar ik de deur op slot draaide. Ik pakte mijn telefoon en belde het alarmnummer, waar ik meteen iemand aan de lijn kreeg.

‘Hallo? Met Florine, ik.. Er is een ongeluk gebeurd. Ik ben in het ziekenhuis. Er is een auto tegen mijn auto aangebotst. In de parkeergarage.’ Ik hoorde een diepe zucht aan de andere kant van de lijn, voordat er iemand begon te praten. ‘Rustig mevrouw, wat zegt u nu? Er heeft iemand in de parkeergarage tegen uw auto aangezeten? Dit nummer is alleen voor noodgevallen, niet voor ongelukjes.’ ‘Het was geen ongeluk! Echt niet! Ik word al maanden gestalkt en nu werd ik achterna gezeten. Help me alsjeblieft.’

De vrouw aan de telefoon probeerde me zo goed mogelijk te sussen en ik keek naar Lexie, die de iPad van Joost uit de la had gepakt en een spelletje deed. Ze beloofden zo snel mogelijk iemand te sturen en ze benadrukte dat ik mijn telefoon bij me moest houden. Ik gaf het nummer van Joost zijn kantoor en hing op, waarna ik naast Lexie op de bank ging zitten. ‘Gaat het mama? Wat is er aan de hand? Is papa te laat voor de verrassing?’ Ik knikte en gaf haar een knuffel, terwijl ik mijn best deed om rustig te blijven. Mijn telefoon ging en ik nam meteen op, in de veronderstelling dat het de politie zou zijn. ‘Met Florine, zijn jullie al onderweg?’ vroeg ik. Ik hoorde een krakende lach aan de andere kant van de lijn en daarna een stem die ik niet herkende. Ik kon niet horen of het nou een man of een vrouw was, maar bij het horen van het gelach, begon mijn hart meteen als een gek tekeer te gaan. ‘Florine, wat fijn om je te spreken. Heb je nog laatste woorden die je wilt zeggen?’ Mijn hand begon te trillen en ik wilde mijn telefoon weggooien, maar mijn nieuwsgierigheid won het van mijn angst en ik kon de drang om wat vragen te stellen niet weerstaan: ‘Wie ben je? Wat wil je van me? Ik ken je niet eens. Laat me met rust!’

De stem lachte weer en het klonk alsof diegene aan het traplopen was. ‘Och Florine, of Flo noemde Thomas je toch? Je kent me wel degelijk en jij hebt mijn leven kapot gemaakt. Dus ik ga hetzelfde bij jou doen.’ Ik hoorde een piep en realiseerde me dat de stalker opgehangen had. Ik gooide mijn telefoon in mijn tas, waarna ik een hart geklop op de deur hoorde. ‘Ga weg!’ riep ik keihard.

‘Flo? Ben jij dat? Doe open lieverd. Ik ben het.. Joost.’ Nog nooit was ik zo blij geweest om zijn stem te horen als op dat moment. Ik opende de deur en vloog in Joost zijn armen. ‘Rustig Flo, ik ben het. Wat is er aan de hand? Wat is er gebeurd?’ Ik wilde mijn mond openen om iets te zeggen, toen ik ineens een zwarte schim binnen zag komen. Ik wilde Joost waarschuwen, maar de persoon zwaaide met iets en Joost viel meteen op de grond. Nog voor ik iets kon doen, voelde ik iets zwaars op mijn hoofd landen en meteen viel ik op de grond. Het laatste wat ik zag was dat de persoon zich over me heen boog, waarna ik weg zakte.

 

Meteen verder lezen? Je koopt het boek hier.

Misschien vind je dit ook leuk

Ik zou het leuk vinden als je een reactie achterlaat!

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.