De laatste dag van de zomer | Hoofdstuk 31.

by Tamara

Lexie.

Een paar maanden geleden.

‘Auw’ kreunde ik terwijl ik overeind probeerde te komen.

Bij elke beweging die ik maakte ging er een scherpe pijn door mijn buik heen, die ik niet kon verklaren. Ik knipperde met mijn ogen en zag een paar meter verderop knipperende lichten, als van een auto. Overal was rook en ik hoorde een soort gepiep, al wist ik niet of ik me dat verbeeldde. Ik probeerde om me heen te kijken waar ik was, maar ik kon me niet bewegen, het was alsof er iets zwaars me tegen de grond hield.

‘Waar ben ik? Hoe kom ik hier?’ mompelde ik zachtjes, terwijl ik probeerde te kijken of ik iets zag dat ik herkende, maar ik zag niets, behalve knipperende lampen en een soort dikke zware mist. Die eerste seconden nadat ik wakker werd, voelde ik me verdoofd, alsof de scherpe kantjes weg waren. Maar nu voelde ik een verschrikkelijke pijn opkomen. Een allesoverheersende pijn in mijn hele lichaam. Hoe kwam ik hier? Waarom kwam niemand me helpen? Wat was er gebeurd?

Ik sloot net mijn ogen, toen ik een gek geluid hoorde. Het klonk als een auto die dichterbij kwam en aan het licht van de koplampen te zien stopte de auto hier. ‘Shit. Wat is hier gebeurd?’ hoorde ik een man heel in de verte zeggen.

Een vrouwenstem gilde en ik hoorde de man zeggen dat ze rustig moest doen en de hulpdiensten moest bellen. Ik hoorde voetstappen dichterbij komen en metaal bewegen.

‘Meneer? Bent u nog wakker? Shit! Nee! Mar! Deze is overleden.. Kun je dat zeggen?’

Ik wist dat als ik dit wilde overleven, dat ik zijn hulp moest vragen, maar het lukte niet om geluid uit mijn keel te krijgen.

‘Is er nog iemand?’ hoorde ik hem roepen.

‘Hier..Help!’ Piepte ik zachtjes.

Meteen hoorde ik voetstappen naar me toe komen en heel vaag zag ik het gezicht van een wat oudere man boven me.

‘Gaat het meisje? Hulp is onderweg. Probeer je niet te bewegen. We blijven bij je.’ Ik knikte voorzichtig en zag dat de man zijn ogen van mijn buik probeerde af te houden, terwijl hij naast me ging zitten en mijn hand pakte. In de verte hoorde ik de sirenes al en hoewel het me de grootste moeite kostte om wakker te blijven, hielp het gepraat van de man daar wel bij.

‘Bert! De helikopter komt er ook aan, maar hij moet hierachter in het weiland landen, ze komen eraan.’ hoorde ik de vrouw zeggen.

‘Er komt hulp aan meisje, nog even volhouden! Heb je ook een naam?’

Ik knikte zachtjes. ‘Lexie.’

‘Dat is een hele mooie naam. Blijf alsjeblieft wakker Lexie!’ Ik hoorde een sirene dichterbij komen en hoewel het me de grootste moeite kostte om mijn ogen open te houden, lukte het me wel.

‘Bert ze zijn er!’ zei de vrouw en de man riep meteen waar we waren.

‘Mevrouw? We komen u helpen. Blijf stil liggen alstublieft.’

Ik knikte en voelde hoe ze wat testjes deden.

‘Heeft u veel pijn?’ vroeg de ambulancebroeder die naast me zat.

Ik schudde mijn hoofd, gek genoeg was de pijn helemaal weg.

‘Ze heeft heel veel bloed verloren, ik weet niet of we dat stuk metaal hier uit haar buik krijgen.’ hoorde ik hem zachtjes tegen zijn collega zeggen.

‘Ik denk dat ze zo snel mogelijk naar het ziekenhuis moet, daar kan ze geopereerd worden. Maar we moeten wel haast maken.’

Daarna ging het ineens snel. Ik voelde hoe ze me vastpakten en op de brancard legden, waarna ze me de helling omhoog tilden. Daar kwam er ineens een politieagent aangelopen.

‘Henk! Ik heb hier iemand die denkt dat hij de patiënt kent, kun je me vertellen wat voor auto het is?’

‘Lastig te zien, hij ligt helemaal op de kop en is total los.. Maar zo’n grote.’

De agent zei wat in zijn portofoon en knikte: ‘Mercedes GLE?’

De hulpverlener keek zijn collega aan en knikte:

’Ja een witte.’

‘Oké, ik geef het door.’

Ik snapte niet waar ze het over hadden en liet het maar over me heen komen. Mijn ogen vielen steeds dicht en de hulpverleners hadden de grootste moeite om me wakker te houden. Ik heb geen idee hoe ik er kwam, maar aan het geluid te horen lag ik in een helikopter en werd ik naar het ziekenhuis gevlogen. Een vrouw die naast me zat, bleef maar vragen stellen, in de hoop me wakker te houden, maar het lukte me amper om wakker te blijven.

‘Hoe heet je meisje.’

‘Lexie’ zei ik met krakende stem.

‘Zat er verder nog iemand bij je in de auto?’

Ik schudde mijn hoofd. Ik had de man die me vond wel iets over nog een man horen zeggen, maar ik had geen idee wie dat was en of hij ook echt bij mij in de auto zat.

‘Heb je kinderen?’

Ik schudde opnieuw mijn hoofd en voelde mijn ogen dichtgaan. De vrouw riep nog wat, maar ik hoorde niets meer. De paar momenten dat ik daarna wakker was, gingen als flitsen aan me voorbij. Ik herkende de lampen van het ziekenhuis toen ik daar binnengereden werd en wilde net mijn ogen sluiten toen ik twee lichtgroene ogen herkende.

‘Pap?’ zei ik heel zachtjes.

‘He lieverd. Het komt allemaal goed. Maak je maar geen zorgen.’

Ik zag fijne lachrimpels rond zijn ogen die ik nog niet eerder had gezien en hij zag er ineens veel ouder uit, maar zijn stem was hetzelfde en als mijn vader zei dat alles goed zou komen dan geloofde ik hem. Hij zette een masker op mijn gezicht en voor ik het wist was ik weg.

 

Misschien vind je dit ook leuk

Ik zou het leuk vinden als je een reactie achterlaat!

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.