De eerste dag van de herfst | hoofdstuk 37

by Tamara

Rosie.

Met lood in mijn schoenen reed ik naar het appartement van Noah toe. Hoewel het zondagmiddag was, was het ontzettend druk in de stad door een foodfestival dat in het centrum georganiseerd werd. Maar ik vond de file niet zo erg, het zorgde ervoor dat ik hetgeen wat ik moest doen nog heel eventjes uit kon stellen. Die ochtend had hij al heel vroeg een berichtje gestuurd met dat hij geland was en dat hij niet kon wachten om me weer te zien. Met trillende vingers had ik een zo enthousiast mogelijk berichtje teruggestuurd, met dat ik hem ook gemist had en ik graag af wilde spreken. Ik was ervan uit gegaan dat hij vandaag toch geen tijd zou hebben, maar hij nodigde me meteen uit om die middag langs te komen. Ik klapte het spiegeltje van mijn zonneklep naar beneden en keek naar mijn gezicht. Mijn ogen waren niet meer zo opgezet als zaterdagochtend, maar ik zag er nog steeds verschrikkelijk uit. Ik wist dat ik toch weer zou gaan huilen, dus ik had niet de moeite genomen om me op te maken. Alleen wat waterproof mascara en een beetje consealer om mijn wallen te verbergen. Hoe dichter ik bij mijn bestemming kwam, hoe harder mijn hart begon te kloppen en hoe meer ik me moest verzetten tegen de drang om om te keren en gewoon nooit meer iets van me te laten horen. Ik parkeerde mijn auto voor het gebouw en liep naar de deur, waar ik door de draaideur naar binnen liep.

Ik nam de lift naar boven en liep over de gang naar zijn deur. Ik ademde een paar keer diep in eruit voordat ik durfde te kloppen. Meteen hoorde ik voetstappen naar de deur toe komen en een klikgeluid van een deur die van het slot af ging. De deur ging open en daar stond hij dan, de man wie zijn hart ik over een paar minuten zou breken.

Hij liet me binnen en meteen nadat hij de deur gesloten had sloeg hij zijn armen om me heen en kuste hij me. ‘Dit wilde ik al de hele week doen.’ Zei hij met een stralende glimlach. Hij keek me een paar seconden aan voor zijn gezicht ernstig werd. ‘Rosie.. Je hebt gehuild, wat is er aan de hand?’ Ik slikte en pakte zijn hand, waaraan ik hem mee naar de bank nam. Ik ging zitten en zuchtte. ‘Er is iets dat ik je moet vertellen.. Ik ben niet eerlijk tegen je geweest.’ Ik keek naar hem of hij iets wilde zeggen, maar hij wachtte duidelijk geduldig af wat ik wilde zeggen. ‘Het weekend voordat ik bij Nieland Marcus ging werken, ging ik uit met Lou in een bar hier in de stad. Toen ik naar de wc moest was er een man die me lastig viel en me niet met rust wilde laten. Hij wilde me net zoenen toen ik hem schopte en hij boos op me werd. Voor hij me echt pijn kon doen, kwam er een man bij ons staan die me hielp en die engerd wegjaagde. Ik had geen idee wie het was, maar toen ik de volgende dag op een terras zat met Lou en ik wat over de man vertelde die me gered had, vroeg ze of hij misschien op die man aan de overkant van de straat leek. Die man daar aan de overkant van de straat was jouw broer…. Logan.. Hij was de man die me geholpen had.’ Ik zag dat hij zijn kaak aanspande, net als al die andere keren dat hij iets over Logan hoorde en ik twijfelde of ik wel verder moest vertellen, maar ik was nu al zover op weg, dat ik besloot maar eerlijk te zijn.

‘Die avond gingen we naar Scepter, Lou had kaartjes en ik kon wel een avond weg gebruiken. Daar zag ik hem ineens weer zitten, ik wist nu wie hij was en eigenlijk vond ik hem alleen maar vervelend. Hij maakte steeds stomme opmerkingen en was me steeds aan het uitdagen, dus ik zei er wat van. Ik weet niet meer precies hoe het gebeurde, ik weet alleen nog dat we gezoend hebben.’

Hij stond op en keek me boos aan. ‘Waarom vertel je me dit nu pas? Ik heb je zoveel privé dingen over hem verteld en de enige reden dat je het wilde weten is omdat je verliefd op hem was?’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee, dat is het niet.. Maar er is nog meer, wil je alsjeblieft nog even gaan zitten?’ Hij schudde zijn hoofd en ging bij het raam staan. ‘Vertel maar verder.’

Afgelopen maandag haalde Lou me over om weer naar Scepter te gaan en daar was hij weer. Hij stelde me wat vragen en toen ik hem vertelde dat ik nu wat met jou had, nam hij wat afstand. Hij gaf zijn nummer voor als ik ooit zijn kant van het verhaal wilde horen omdat er dingen waren die jij mij nooit zou vertellen. Uiteindelijk heb ik hem vrijdag gebeld.. En heeft hij zijn kant van het verhaal verteld.’ Noah stond nog steeds bij het raam, maar zei niets. Ik zag dat zijn hele lichaam gespannen was en dan had ik het ergste nog niet eens verteld.

‘Ik weet niet waarom het gebeurde, maar hij zoende me ineens en ik… ‘ Ik stopte even omdat ik door alle tranen niet meer uit mijn woorden kwam. ‘Ik zoende hem terug…Uiteindelijk was ik degene die stopte, maar toen was het al gebeurd..’

Minutenlang was het stil in het appartement, op het geluid van onze ademhaling na. Hij reageerde helemaal nergens op, het enige wat hij deed was bij het raam staan en naar buiten kijken naar het verkeer in de straat beneden ons. Net toen ik wilde vragen of ik weg moest gaan, zuchtte hij en draaide hij zich om. ‘Wat wil je van hem?’ Ik stond op en liep naar hem toe. ‘Hoe bedoel je dat?’ Hij slikte en sloeg zijn armen over elkaar heen. ‘Ben je verliefd op hem? Wil je met hem verder?’ Dat was iets waar ik niet lang over na hoefde te denken. ‘Nee, dat wil ik niet.’

Hij haalde opgelucht adem en pakte mijn handen beet. ‘Rosie.. Ik ga niet zeggen dat het niets uitmaakt en dat ik je vergeef, want ik kan dat gewoon niet…’ Ik voelde dat de tranen inmiddels weer over mijn wangen liepen en durfde hem niet aan te kijken, omdat ik bang was voor wat hij zou gaan zeggen. ‘Logan.. Hij is mijn broer en ondanks alles wat hij heeft gedaan en kennelijk nu nog steeds doet, hou ik wel van hem. Maar hij moet zich eens realiseren dat hij niet altijd alles waar ik van hou van me af kan pakken…’ Het duurde even voor ik goed door had wat hij net zei en verbaasd keek ik hem aan. ‘Je houdt van mij?’ Er kwam een glimlach op zijn verdrietige gezicht en hij knikte. ‘Ja, is dat zo raar dan? Voordat ik wegging had ik het nog niet echt door, maar daar in IJsland, zonder toegang tot internet of andere mogelijkheden om je te bereiken, merkte ik hoe erg ik je miste en hoe fijn ik het vind om je om me heen te hebben.’

‘Waar waarom dan? Ik vertel je net dat ik tegen je gelogen heb, dat ik niet eerlijk tegen je ben geweest en over de verschrikkelijke dingen die ik heb gedaan. Hoe kun je nou van zo’n iemand houden?’ Hij legde zijn handen achter mijn nek en kwam iets dichterbij.

‘Liefde is een raar iets Rosie. Vanaf het eerste moment dat ik je zag bij dat koffiezetapparaat wist ik al dat het door jou heel moeilijk zou worden om me aan de regels te houden. Toen je in het huis van je ouders van de trap afliep in die prachtige jurk, wist ik ineens dat ik verliefd op je was. Maar toen je voor me stond in mijn kantoor en je met een ernstig gezicht mijn wenkbrauw aan het schoonmaken was wist ik het ineens… Ik hou van je.’

Ik keek naar zijn gezicht waarop het verdriet duidelijk zichtbaar was en zag in zijn ogen alleen maar liefde. Voor ik het wist zei ik die woorden terug tegen hem, de woorden die ik nog nooit tegen een man had uitgesproken.

‘Ik hou ook van jou.’

Misschien vind je dit ook leuk

Ik zou het leuk vinden als je een reactie achterlaat!

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.