Ze schoven hem zo snel mogelijk in de ambulance en reden met de sirenes aan naar het ziekenhuis. Ik was eigenlijk van plan om thuis te blijven, maar mijn moeder stond erop dat we mee naar het ziekenhuis zouden gaan voor het geval dat hij het niet zou redden. Samen reden we in Noah zijn auto naar het ziekenhuis, een plek waar we de laatste tijd veel te vaak waren geweest en waar ik steeds meer een afkeer van begon te krijgen. Maar deze keer hoopte ik vooral heel erg dat ze Logan konden helpen. Hij mocht dan wel veel verkeerde dingen hebben gedaan en niet de makkelijkste persoon zijn, toen we zonet met elkaar gepraat hadden merkte ik pas hoe erg ik hem gemist had. We lagen dan misschien niet altijd op één lijn met elkaar, we hadden altijd heel erg goed met elkaar kunnen praten en in de maanden dat hij weg was, mistte ik dat ontzettend.
Ik hoopte dat het goed zou komen, zodat het weer goed zou kunnen komen tussen hem en Noah, zodat hij een band kon opbouwen met Ava en zodat hij hopelijk zijn zoon nog eens kon zien. Maar dat waren zorgen voor later, momenteel was de kans dat hij ooit bij zou komen heel erg klein.
We namen plaats in de wachtkamer, waar ik Noah zijn hand vastpakte. We hielden elkaars handen vast terwijl we op de klok keken, waarop elke seconde een minuut leek te duren. We hadden geen woorden nodig, we wisten allebei heel goed wat we dachten en wat we hoopten dat er zou gebeuren.
Uiteindelijk duurde het uren voordat we iets te horen kregen en de blik van de arts voorspelde niet veel goeds.
‘Uw broer heeft weer een hartstilstand gehad, het begon met een hartinfarct en op de brancard ging het over in een hartstilstand. Gelukkig kregen ze hem redelijk snel weer bij, zodat hij naar het ziekenhuis afgevoerd kon worden, maar hoe hij zich gaat herstellen is onzeker.’
‘Ligt hij in coma?’ vroeg Noah zachtjes.
‘Ja, we hebben hem gedotterd en in een kunstmatige coma gebracht in de hoop dat zijn lichaam dan wat kan herstellen en de schade mee zal vallen. Maar omdat het al de tweede keer is weten we niet hoe het af zal lopen met hem.’
‘Denkt u zelf dat hij weer bij zal komen?’
De arts haalde zijn schouders op en zuchtte.
‘Als ik eerlijk ben zie ik het somber in. Uw broer is nog jong, maar heeft de laatste tijd niet goed voor zichzelf gezorgd. Zijn lichaam is behoorlijk achteruit gegaan als ik in zijn dossier kijk. Ik hoop dat het goed komt, maar als we morgen de slaapmedicatie stil zetten, dan moet zijn lichaam het zelf gaan doen.’
‘en pas dan weten we hoe het met hem zal gaan..’ zei ik zachtjes.
‘Klopt.. Als jullie willen mogen jullie even bij hem kijken.’
Ik keek naar Noah, die knikte en samen stonden we op. We liepen achter de arts aan die ons naar de IC bracht waar Logan lag. Weer zat hij helemaal vol met slangetjes en plakkertjes en had hij een mondkapje op om beademt te worden. ‘
Noah ging naast hem zitten en pakte zijn hand vast.
‘Het spijt me Lo.. Ik had je niet op zo’n manier moeten vertellen over de baby.. Ik vind het zo erg wat er gebeurd is.. Alsjeblieft.. Als je ooit bij komt, laten we dan geen ruzie meer maken.. Ik kan dit zo niet meer Logan.. Jij bent alles wat ik nog heb van onze familie..’
Een uur lang zaten we naast hem, tot mijn moeder belde dat Ava ontroostbaar was en we naar huis gingen. De artsen zouden meteen bellen als er iets aan de hand was en we wisten dat we toch niets konden doen. Het was heel erg afwachten wat er met hem zou gebeuren en hoe erg de schade was. Ik wist dat ze er heel snel bij waren geweest, hij kreeg een hartstilstand toen ze al met hem bezig waren, dus ze konden hem meteen reanimeren. Maar of ze snel genoeg waren geweest moest nog blijken.
Samen reden we naar huis waar mijn ouders rondjes door de kamer liepen met Ava op hun arm. Noah praatte ze een beetje bij terwijl ik Ava voedde en ik hoorde hoe Noah weer begon te huilen. Mijn moeder sloeg haar armen om hem heen en probeerde hem een beetje te kalmeren, maar ik wist hoe verschrikkelijk hij zich moest voelen.
Nadat ik Ava slapend in haar bedje had gelegd, liep ik naar beneden waar mijn vader voor ons aan het koken was. Door het hele gedoe hadden we allemaal nog niet gegeten en hoewel ik geen honger had, ging een door mijn vader gekookte maaltijd er altijd wel in.
Zwijgend aten we met zijn viertjes aan tafel, tot mijn moeder opmerkte dat het al twaalf uur was geweest en ze echt naar huis moesten gaan. Ik bood nog aan dat ze konden blijven slapen, maar ze moesten de volgende dag weer aan het werk en al hun spullen lagen nog thuis. Dus nadat we ze gedag hadden gezegd, kropen we samen in bed, waar we tegen elkaar aan gingen liggen.
De volgende ochtend belden we al vroeg naar het ziekenhuis, maar er was niets veranderd. Zijn toestand was niet verbeterd en ook niet verslechterd, dus er was niets over te zeggen. Als er vierentwintig uur voorbij zouden zijn dan zouden ze stoppen met zijn lichaam te koelen en als hij genoeg opgewarmd was, dan zouden ze de slaapmedicatie stoppen. Hoe lang het dan zou duren voordat hij wakker zou worden lag aan hem. Het kon zijn dat hij nog een paar dagen in coma zou liggen net als de vorige keer, maar het kon ook zo zijn dat hij nooit meer wakker zou worden.
Noah en ik besloten beide maar gewoon naar ons werk te gaan. Via via probeerde ik Anna nog te bereiken om te vertellen wat er gebeurd was, maar degene die de telefoon voor haar opnam, zei dat het haar niets kon schelen en dat ik geen contact meer met haar moest zoeken.
Na twee dagen belde het ziekenhuis dat zijn lichaam 36 graden was, wat betekende dat ze zouden stoppen met het slaapmiddel. Noah, mijn moeder, Flore en ik hielden om de beurt de wacht bij hem. Mijn moeder en Flore kenden Logan niet zo goed, maar we wilden allemaal gewoon niet dat hij alleen zou zijn als hij wakker zou worden.. Als hij überhaupt ooit wakker zou worden.
De dagen kropen voorbij en toen hij een week na het stoppen van de slaapmedicatie nog steeds niet wakker was, zakte de moed me een beetje in de schoenen. Hij zou toch ooit wel wakker moeten worden? Dat moest gewoon..