Aan het einde van de zomer | hoofdstuk 7

by Tamara

Hij keek naar me en ik zag de verbazing in zijn ogen. Er zat ongeveer tien meter tussen ons en ik wist niet zo goed of ik nu heel hard de andere kant wilde oprennen, of dat ik in zijn armen wilde springen om hem te zoenen. Hij zag er ontzettend goed uit. Zelfs vanaf deze afstand zag ik hoe zijn blauwgroene ogen afstaken tegen zijn bruine huid en ze keken zo diep in de mijne dat ik een rilling over mijn rug voelde lopen. Ik realiseerde me dat ik voor de middenweg zou gaan. Ik liep zonder hem aan te kijken de straat over en liep zo snel als ik kon richting mijn appartement.

‘Lexie’ zei hij zachtjes, terwijl ik langs hem liep. 

Ik negeerde hem en rende snel een steegje in, waarvan ik me veel te laat realiseerde dat hij doodliep. Al snel hoorde ik voetstappen achter me en het duurde niet lang voordat iemand mijn hand vastpakte. Zijn hand voelde warm en zorgde ervoor dat ik niets anders kon doen dan stoppen.

‘Lexie, wacht nou even. Je hoeft niet voor me te vluchten.’

Ik draaide me om: ‘Wat wil je van me Ralph? Wat doe je hier?’ zei ik zonder hem aan te kijken. Hij zuchtte en duwde met zijn hand mijn kin wat omhoog.

‘Lex, kijk me gewoon aan. Ik ben toch geen vreemde voor je?’

Ik sloeg mijn ogen op en keek in zijn prachtige donkere ogen. Ik voelde mijn knieën week worden en mijn hart klopte in mijn keel.

‘Goed zo, nu kan ik tenminste die mooie ogen van je zien. Jeetje Lex, ik zou bijna zeggen dat mijn afwezigheid je goed heeft gedaan, je ziet er echt geweldig uit.’

‘Dank je.’ zei ik zachtjes.

Het voelde voor mij zo verschrikkelijk ongemakkelijk om met hem te praten,  terwijl het voor hem leek alsof we gisteren nog met elkaar gepraat hadden, zo makkelijk ging het hem af.

‘Om je vraag te beantwoorden, ik ben hier op bezoek bij een vriend. Elk jaar vier ik de zomer en mijn verjaardag hier en ik had ergens al gehoopt je tegen te komen, maar ik dacht at je op vakantie zou zijn..’

Ik keek hem niet begrijpend aan.

‘Maar waarom dan? Waarom hoop je mij tegen te komen?’

Hij lachte en ik haatte mezelf om het feit dat hij door alleen al tegen mij te praten en te lachten, mijn hoofd helemaal op hol kon brengen.

‘Om te zien hoe het met je gaat natuurlijk. Ik heb het afgelopen half jaar heel veel aan je gedacht en ik ben blij om te zien dat het zo goed met je gaat.’

‘Je hebt aan mij gedacht?’ stotterde ik.

Hij trok zijn wenkbrauw op, op die manier waarop hij dat al zo vaak in de les tegen me had gedaan.

‘Ja natuurlijk heb ik aan je gedacht. Jij niet aan mij zo te zien, aangezien je hebt aangepapt met dat wandelende reclamebord voor de sportschool.’

Die opmerking deed me meer pijn dan ik had verwacht en ik balde mijn vuisten.

‘Je hebt geen idee waar je het over hebt. Ik was er kapot van toen je weg ging. Jij was degene die ineens weg was, ik bleef achter op een school waar ik werd bestempeld als ‘het meisje dat een relatie had met haar leraar.’ Heb je enig idee hoe zwaar het allemaal voor mij was?’

Ik merkte dat mijn ogen vochtig werden en ik moest me inhouden om niet te gaan huilen. Een traan rolde over mijn wang en met zijn duim streek hij hem zachtjes weg.

‘Lexie, niet huilen. Het spijt me oké? Ik dacht gewoon.. Toen ik je net zag.. Nou ja. Ik was gewoon verschrikkelijk jaloers. Ik wilde zo graag degene zijn die je kust, gewoon zo in het openbaar, midden op straat. Je hebt geen idee hoe graag ik dat zou willen doen op een plek waar iedereen het kan zien en we het niet geheim hoeven te houden. Hij kwam wat dichterbij me staan en terwijl ik een stapje terug deed, merkte ik dat ik tegen de muur aan stond.

‘Ralph ik.. ‘

Hij legde een vinger op mijn lippen en schudde zijn hoofd.

‘Ik doe heus niets, wees maar niet bang. Het kost me verschrikkelijk veel moeite, want ik zou hier op dit moment niets liever doen dan de kleren van je lichaam rukken en voelen of het nog hetzelfde is als vroeger. Maar ik doe het niet, ook al weet ik dat jij het ook wilt.’

Ik schudde mijn hoofde en glipte snel tussen de muur en hem vandaan.

‘Ik kan het niet Ralph, je hebt zoveel van mijn leven kapot gemaakt. Weken heb ik mezelf in slaap gehuild toen je weg was. Eindelijk ben ik weer gelukkig, eindelijk is mijn leven weer een beetje rustig. Alsjeblieft, laat me met rust. Het spijt me, ik wil je echt niet meer zien.’

Ik zag de verwarring in zijn ogen en ik draaide me om en rende het steegje weer uit. Zo snel als ik kon rende ik richting mijn appartement, waar ik me huilend op mijn bed liet vallen.

Wat een klootzak was het ook, eindelijk was alles in mijn leven weer zo als het moest zijn en met één blik en een paar woorden bracht hij me terug naar het zielige hoopje mens dat ik al die maanden geleden was. En het erge was dat ik er met niemand over kon praten, want Lars mocht er nooit achter komen. Hij vatte het gisteren goed op, maar ik wist zeker dat hij dit op een verkeerde manier zou opvatten. Bovendien als ik hem dit zou vertellen, zou ik weer moeten liegen.Ik kon niet zeggen dat ik geen gevoelens voor hem had. Ralph had namelijk gelijk, het was dat mijn hoofd tegenstribbelde, want anders had ik hem daar in dat steegje gezoend en waarschijnlijk was het daar niet bij gebleven.

Ik realiseerde me dat er maar één persoon was met wie ik hierover kon praten. Er was maar één persoon die over Ralph wist en daar nooit over geoordeeld had. Als ze nou nog maar met me wilde praten…

 

Meteen verder lezen? Je koopt het boek hier!

Misschien vind je dit ook leuk

Ik zou het leuk vinden als je een reactie achterlaat!

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.